Duurzaamheid

Apologie op de reactie van Economische Zaken op 
de Europese oplossing.

Allereerst, voordat ik inga op de argumenten en aangedragen gegevens van het ministerie van Economische Zaken (EZ), wil ik iets zeggen over wat, naar mijn mening, onvoldoende is doorgedrongen, namelijk over wát voor soort plan dit is. Het is geen milieuplan, ook al is het resultaat van het uitvoeren van dit plan een werkelijk schoon milieu, omdat alle fossiele brandstoffen vervangen worden door duurzame energie. Het is geen technisch plan, omdat alle gebruikte technieken reeds bestaan. Het is ook geen economisch plan, ondanks dat de uitvoering van dit plan een zeer langdurige economische hoogconjunctuur veroorzaakt. Het is een politiek plan, want alle beslissingen, die nodig zijn voor het uitvoeren van dit plan, zijn politieke beslissingen. Het is een plan die bestuurders van het land, in dit geval een verzameling van landen, die hopelijk eens één land worden, namelijk de Europese Unie, zullen moeten uitvoeren, of aan zich voorbij laten gaan. Daarom ook heb ik dit plan gezonden aan de politieke top in Nederland, in de hoop dat zij van het voorzitterschap van de EU gebruik zouden maken om het op de politieke agenda te zetten.

Het is een politiek plan, maar uiterst noodzakelijk voor ons overleven en/of het behoud van onze welvaart, zoals ik verderop hoop aan te tonen. Want zie, de fossiele brandstoffen warmen niet alleen de aarde op, hun giftige bestanddelen vergiftigen niet alleen de aarde, maar zij zijn ook aan het op raken. Afhankelijk van het optimisme van deskundigen wordt de reeds aangetoonde voorraden geschat op hoogstens 20 tot 50 jaar, voordat zij volledig op zullen zijn. Nog afgezien van terroristische acties, met de snel groeiende energie behoeften van landen als China en India, die samen ongeveer eenderde van de wereldbevolking hebben, is het niet onwaarschijnlijk dat er reeds eerder een schrijnend tekort aan fossiele brandstoffen zal ontstaan dan dat de deskundigen inschatten. Er zijn echter experts die grote tekorten verwachten in de komende paar jaar, maar in ieder geval vóór 2010. De overgang naar een volledig op duurzame energie gebaseerde economie moet tóch een keer gemaakt worden. Het is nu nog tijd om het te doen zonder grote sociale onrust en een ontwrichting van onze samenlevingen. Want als in onze aan energie verslaafde maatschappij een groot tekort aan energie zal ontstaan, dan resulteert dit in een ontwrichting van de samenleving, die zonder twijfel vertaalt zal worden in grote maatschappelijke onrust. Neem het volk het brood en de spelen af en een opstand is het gevolg. Bovendien worden nu de gevolgen van enkele honderden jaren van het gebruik van fossiele brandstof voor iedereen zichtbaar. De klimatologische veranderingen kunnen nu wellicht nog gedeeltelijk ongedaan worden gemaakt, maar over pakweg tien of twintig jaar veel moeilijker dan nu. Wij mensen hebben in feite geen keus, wij móeten volledig overschakelen op duurzame energie en nu kan het nog zonder tekorten en maatschappelijke ontwrichting van onze samenleving. Na het volledig overschakelen op duurzame energie hebben wij de energievoorziening niet alleen voor de komende eeuwen, maar voor de komende millennia veilig gesteld. Vandaar mijn politieke plan, waarvan de uitvoering afhangt van de beslissingen van de politieke beleidsmakers.

Ik heb van het ministerie van Economische Zaken een brief ontvangen, geschreven namens de minister. Daarom zal ik in deze apologie ervan uit gaan dat de minister mij heeft geantwoord, alhoewel ik bang ben dat deze brief in ambtelijke kring is afgehandeld en de minister de inhoud van mijn plan niet kent.

 

In uw brief staat dat u niet mee kunt gaan in mijn voorstel dat de overheid windturbines aankoopt en aan gegadigden eventueel weer verkoopt, omdat u dat geen overheidstaak acht. Maar ik hoop dat u het met mij eens bent dat het binnen de taken van de overheid past om rampen te voorkomen, om maatschappelijke onrust zoveel mogelijk te voorkomen, evenals het stagneren van de economie. En dan heb ik het nog niet over het stimuleren van de economie, die u hopelijk ook als een overheidstaak ziet. Welnu, mijn plan heeft dit allemaal in zich. Het tegen gaan van de opwarming en vergiftiging van de aarde, het gedeeltelijk teniet doen van de reeds ingezette klimaatverandering, de stimulatie van de economie, door de recessie om te zetten in een hoogconjunctuur, die zeker een decennium zal aanhouden, dit alles vraagt om de uitvoering van mijn plan. Als u besluit om snel, voor het te laat is, over te schakelen op volledige duurzame energie, dan is de aankoop van windmolenparken een onderdeel, maar een noodzakelijk onderdeel, van uw grote en voor de gehele wereld belangrijke besluit. Dit hoop ik verderop aan te tonen.

Maar laten wij eerst uitgaan van de benodigde energie in Europa van de Europese Unie. Want Nederland kan alléén nooit overschakelen op volledige duurzame energie, daar zijn wij te klein voor. Maar de Europese Unie, verder afgekort als Europa, met zijn zeer grote landoppervlak, uitgebreide kusten en 450 miljoen inwoners kan het wél. Maar hoeveel energie heeft Europa nodig? Precies weet ik het niet. Ik ben echter van de volgende berekening uitgegaan: op een Duitse web-side heb ik gevonden dat in Duitsland men ervan uit gaat dat de totale energie behoefte, gedeeld door het aantal inwoners, uitkomt op ongeveer 6.500 kW per inwoner en per jaar. Dit geëxtrapoleerd voor Europa, betekent dat Europa 2.925 terrawatt aan energie jaarlijks nodig heeft. Ik ga uit van slechts een lichte stijging, omdat niet alle delen van de EU reeds zoveel gebruiken, hoewel de bevolking kan groeien en meer energie gaan gebruiken. Denk eens aan het steeds grotere gebruik van aircondition bijvoorbeeld. Daarom ga ik uit van 3.000 terrawatt energie verbruik per jaar.

 

Om deze grote hoeveelheid energie op te kunnen wekken, zal er veel inspanning moeten worden gepleegd. Ik begin met de zonnecellen. In mijn berekening ga ik van het volgende uit: elk dak van een gewoon huis heeft een oppervlak van 40 m² tot ongeveer 70 m². Niet het gehele dak zal kunnen worden belegd met zonnecellen. Rekening moet worden gehouden met dakvensters, schoorstenen, dakkapellen enzovoorts. Daarom ga ik uit van gemiddeld 30 m² per dak. Ook ga ik uit van vijf miljoen gewone woningen. Dat geeft, enkel op gewone woonhuizen een oppervlak voor zonnecellen van 150 miljoen m². Daarbij komen nog de daken van fabrieken, hallen, kantoorgebouwen, flatgebouwen en de ruimte langs snelwegen, om de geluidsschermen nuttig te maken. Gemakkelijk kan op deze wijze enkel in Nederland al een oppervlakte worden gehaald van een half miljard m²         of meer. Sommige deskundigen spreken zelfs over 800 miljoen m²         geschikte daken alleen al. Extrapoleren wij dat naar Europa, met zijn 450 miljoen mensen, dan kan er zeker tussen de 10 en 15 miljard m²         aan zonnecellen worden gerealiseerd. Waarschijnlijk zelfs veel meer, omdat hierbij de daken van schuren, garages, vakantiewoningen, al of niet mobiel en soortgelijke niet zijn meegerekend. Bovendien is het goed mogelijk dat het totale bruikbare oppervlak te laag is ingeschat. Dit geeft in ieder geval een significante bijdrage aan de totale energiebehoefte in Europa. Bij een gemiddelde opbrengst van ongeveer 75Kw per m² per jaar, is dat een totale jaarlijkse energieopbrengst van tussen de 750 en 1.125 terrawatt. En het kan worden gerealiseerd als door de politieke besluitvorming vanaf het begin de prijs van zonnecellen laag worden gehouden. Dit werkt tegen de markt in, maar is een essentieel onderdeel van het plan om voldoende duurzame energie op te wekken, om de fossiele brandstoffen te kunnen verlaten. Daarom heb ik het voorstel gedaan om een door de overheid gefinancierde fabriek van 10 miljoen m² zonnecellen per jaar op te richten, om deze lage prijs, bewezen winst dragend en rendabel, te kunnen verantwoorden. Particuliere bedrijven kunnen dan nog eens 99 even grote fabrieken in de EU oprichten, en nog zullen zij de afzet 10 jaar lang of langer onbeperkt kwijt raken. De enige voorwaarde is een lage prijs voor de kopers. Daarom ook kan de EU een afname garantie verstrekken van 10 jaar. In die tijd hebben de investeerders hun investeringen ruimschoots terug verdiend.

In zonneboilers zie ik minder, omdat wanneer het meeste warmwater noodzakelijk is, in de winter, het minste wordt gewonnen, terwijl in de zomer al gauw meer wordt gewonnen dan opgemaakt kan worden. Dit nadeel hebben zonnecellen niet, omdat de opslag van de gewonnen overschot aan energie wordt opgeslagen in waterstof, die gebruikt kan worden op het moment dat dit nodig is. Toch beweren mensen die een zonneboiler hebben dat ook deze voldoende energie (besparing) oplevert. Maar zelf ben ik niet écht overtuigd.

Wanneer mijn inschatting van het aantal m²         zonnecellen inderdaad te voorzichtig en daardoor te laag is ingeschat, en het aantal m² zou uitkomen op 20 miljard, dan wordt daarmee reeds jaarlijks 1.500 terrawatt energie opgewekt, wat de helft is van de totale energiebehoefte in Europa. De andere helft zal dan moeten worden opgewekt door windenergie, waterkrachtcentrales en biomassa, zoals methaan gas, gewonnen uit mest en natuurlijke, organische olie. Deze vormen van energie zal ik hierna behandelen.

Als een omissie in mijn plan kan het achterwege blijven van methaan gas en natuurlijke, organische olie worden genoemd. Mijn plan ging echter uit van een hoofdenergie drager. Omdat de meeste duurzame energie wordt opgewekt in de vorm van elektriciteit, heb ik als hoofdenergiedrager gekozen voor waterstof en daar mijn gehele plan op geschreven. De kleinere energiedragers, methaan gas en natuurlijke olie, mogen echter, zeker in een overgangsfase, niet buiten beschouwing blijven.

Voor mij is het een raadsel waarom methaan gas nog niet op grote schaal wordt toegepast. Door gebruik van dit gas, mits op duurzame wijze verkregen, worden immers twee problemen tegelijk uit de wereld geholpen. Op de eerste plaats is methaan gas een bron van schone energie, die geen bijdrage levert aan de opwarming van de aarde. Op de tweede plaats helpt zij het mestoverschot teniet te doen. Wat over blijft is namelijk mest, die gedroogd, eventueel de verschillende soorten van mest voor verschillende toepassingen in de landbouw gemengd en tot korrels geperst, de kunstmest kan vervangen. Een fabriek die dit nu al toepast is reeds in Nederland geopend. Omdat deze organische mest rijker aan inhoud is dan kunstmest, put zij de bodem ook niet of minder uit. En deze mest kan gemakkelijk vervoerd, verkocht en door de boeren gebruikt worden door heel Europa en de rest van de wereld. De problemen van uw collega, de minister van Landbouw, worden daardoor ook minder. Het gas kan, verpakt in flessen zoals nu butaan gas, verkocht worden aan particulieren, die om welke reden dan ook niet of nog niet willen overstappen op elektrisch koken, of een elektrische boiler voor heet water. Ook kan zij de flessen gas voor de camping vervangen. Met dit gas kunnen bijvoorbeeld tuinders met kassen deze verwarmen of gebruikt worden voor andere toepassingen, zoals elektriciteitsopwekking, verwarming van grote ruimtes in winkels of fabrieken en dergelijke. Dit gas kan namelijk wel in een open vuur verbrand worden.

Natuurlijke, organische olie is onterecht ook buiten mijn plan gebleven. Deze olie is gemakkelijk afbreekbaar in de natuur. Wanneer ongeveer twee procent van het landoppervlak van de EU beplant zou worden met oliehoudende zaden (bijvoorbeeld koolzaad), dan kan deze olie alle dieselolie vervangen. Bovendien kunnen de resten van deze planten, na oliewinning, dienen als veevoer. Er zijn twee nadelen: de prijs en de geur. De kostprijs van deze biologische olie ligt hoger dan de kostprijs van diesel. Ook de geur is een nadeel. Zou deze olie in alle vervoermiddelen over de weg, die nu op diesel rijden, worden toegepast, dan zouden onze steden doorlopend geuren naar een oliebollenkraam. Maar het kan wél dienen als overgangsmaatregel. Bovendien kunnen schepen er wel op varen zonder de nadelen van geur, omdat die snel genoeg zal verwaaien. Schepen varen nu eenmaal niet of nauwelijks in steden. Door met belastingmaatregelen de dieselolie duurder te maken dan de natuurlijke, organische olie en die weer duurder te maken dan waterstofgas, kunnen de mensen er toe worden overgehaald om op de duur op waterstofgas te gaan rijden, die reukloos is. Intussen kunnen echter de bestaande vervoermiddelen tot hun natuurlijk einde gebruikt blijven worden, zonder een verdere toename van de luchtvervuiling, dus met duurzame brandstof. Voor treinen, binnenvaart en zeescheepvaart kan dit enkele tientallen jaren duren, omdat die meestal voor lange perioden worden geïnvesteerd.

U heeft in uw brief trots vermeld van het plan om 6 gigawatt aan windmolens neer te zetten in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee. U vergat daarbij te vermelden dat deze capaciteit pas in 2020 gerealiseerd zou zijn. Terwijl u een veel grotere capaciteit veel sneller nodig heeft om het wegverkeer over te laten schakelen op waterstof. Windenergie is hiervoor noodzakelijk, omdat het voordeel van windenergie is dat die sneller geplaatst kan worden dan de benodigde zonnecellen en per windmolen meer opbrengt. Voor een snelle overschakeling naar waterstof als energiebron voor het wegverkeer heeft u vele windmolens nodig in een korte tijd. Waterstof uit fossiele olie of aardgas is geen optie, omdat die geen bijdrage levert aan een schoner milieu, of de druk op het verbruik van fossiele brandstof doet afnemen. Ook waterstof uit kernenergie is geen reële optie, omdat het afval van kernenergie duizenden jaren lang gevaarlijk blijft. Daarom zou kernenergie zo snel mogelijk moeten worden afgeschaft.

Een windmolen, heeft de praktijk uitgewezen, heeft een jaaropbrengst aan energie, die tussen de 1.400 en 1.500 keer de maximale capaciteit ligt. Omdat op zee de molens, vanwege het ontbreken van obstakels, waarschijnlijk een grotere opbrengst hebben dan die op het land, en voor het gemak van de berekening, ga ik uit van een opbrengst van 1.450 maal het opgestelde vermogen. De door u voorgestelde 6 gigawatt aan vermogen, levert dan een opbrengst op van 8,7 terrawatt per jaar. Dat is misschien voldoende voor het vervoer in Nederland, maar dan zou deze capaciteit er nu reeds moeten staan. Wanneer alle molens in zee twee megawatt molens zijn, waar ik even vanuit ga, dan bent u van plan om 3.000 molens te plaatsen in zee. Een vertienvoudiging van deze capaciteit doet meer recht aan mijn plan. Het is ook reëel, omdat Nederland beschikt over meer dan 100.000 kilometer aan ondiepe zee, binnen de aan haar toebehorende economische zone. Er is werkelijk voldoende ondiepe zee aanwezig om dertigduizend molens te plaatsen, zonder andere economische toepassingen van de zee te verhinderen. Maar om de volgende redenen zal de overheid hierbij het voortouw moeten nemen en deze windmolenparken in eigen beheer moeten plaatsen. Ze kunnen daarna wel geheel of gedeeltelijk aan particuliere bedrijven of personen worden verkocht.

 

1      Wanneer u inderdaad in 10 jaar tijd wil overschakelen op volledige duurzame energie, dan is het onmogelijk om te zitten wachten of het bedrijfsleven genegen is om te investeren. Dan is het nodig dat de overheid zelf gaat investeren en leidend wordt, in plaats van afwachtend. Dat komt omdat de overheid (als het goed is) een andere doelstelling heeft dan het bedrijfsleven. In het bedrijfsleven gaat het enkel om winst. De overheid investeert voor het belang van de samenleving, waarbij beschikbaarheid (van in dit geval energie) en continuïteit van belangrijke, dus vitale voorzieningen in de samenleving belangrijker zijn dan winst;

2      Wanneer de overheid investeert in windmolens op zee, dan kan zij de windmolens per stuk verkopen. Dat voorkomt dat er geen aaneengesloten parken worden opgericht en de investeerders elkaar geen toegang gunnen op het net van stroomkabels naar het vaste land, noch toegang verlenen in stations, die de elektrische energie omzet in waterstof. Bovendien worden hierdoor meer investeerders bereikt. De overheid kan hierbij ook wildgroei voorkomen. De overheid kan dit zelf wel regelen en ook zorgen voor een goed onderhoud, wat goed is voor de veiligheid en duurzaamheid van de molens. De overheid kan het onderhoud, hoogst waarschijnlijk, beter en goedkoper verrichten dan het bedrijfsleven, waardoor de kosten van opwekking laag worden gehouden;

3      Doordat de overheid zelf investeert kan de plaatsingstijd van de molens aanzienlijk worden verkort. Want met het vaststellen van de gebieden in zee, waar de molens moeten komen te staan, is de overheid reeds klaar. Zij kan onmiddellijk (laten) plaatsen;

4      De overheid in Nederland heeft reeds een bedrijf die de coördinatie van deze meega werken aan kan, namelijk Rijks Waterstaat. Zij hoeft deze niet eerst te organiseren, maar kan meteen aan de slag;

5      De overheid kan die capaciteit neerzetten, die zij voor een succesvolle en volledige overgang naar duurzame energie wenselijk, dan wel noodzakelijk acht. Als zij dit aan het bedrijfsleven over zou laten, dan is nog maar de vraag of, zolang fossiele brandstoffen te verkrijgen zijn, deze doelstelling kan worden gehaald;

6      Wanneer de overheid zelf in windmolens investeert, dan kan zij, als onderdeel van het aankoopcontract, verplicht stellen dat de windmolens ook in Europa worden gemaakt. Hierdoor wordt voorkomen dat de werkgelegenheid naar buiten Europa wordt verplaatst en wordt de economie gestimuleerd. Bovendien kan door massaproductie, mogelijk gemaakt door zeer grote orders over een groot aantal jaren, de kostprijs per molen wellicht dalen. Dat komt alle investeerders dan ten goede én levert een lage energieprijs op, waardoor ook de verbruiker van energie niet te zwaar wordt belast.

Dit zijn dus allen goede redenen om de verafgoding van de markt los te laten. Dan treedt u in de voetsporen van uw voorgangers aan het einde van de 19e eeuw en aan het begin van de 20e eeuw. Toen werden overal in Europa de natuurlijke monopolisten én de vitale diensten in de samenlevingen genationaliseerd. Het is mij een raadsel waarom dit, ten koste van de bevolking, nu aan het eind van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw is en/of wordt teruggedraaid, temeer daar er geen enkele economische noodzaak toe is, maar dat terzijde. En u hoeft niet zover te gaan als uw voorgangers, u kunt na investering door de overheid de zaak weer aan het bedrijfsleven verkopen. Maar als u wilt overschakelen op volledige duurzame energie, dan zult u toch moeten beginnen met investeren. Kunt u niet alles verkopen, dan trekt de Staat zelf de winst en kunnen misschien de belastingen omlaag.

Wanneer er 30.000 twee megawatt windmolens zijn opgesteld op zee en er is een half miljard aan zonnecellen in Nederland geplaatst, dan is de totaal opgewekte duurzame energie ongeveer in de buurt van de 120 terrawatt, of zelfs iets meer, en dat is méér dan dat wij met z=n allen verbruiken. Hier komt dan de op het land opgewekte windenergie, waterkrachtcentrales en biomassa bij. Nederland kan gemakkelijk energie blijven exporteren.

Waterkracht is in het vlakke Nederland maar beperkt toepasbaar. Maar andere landen in Europa kunnen veel meer van waterkracht gebruik maken, dan dat zij nu doen. Niet alleen door de zeestromen te benutten, die reeds in mijn plan staan, maar ook door het verschil tussen eb en vloed bij inhammen in de kust te benutten. Bovendien kunnen er misschien meer stuwmeren aangelegd worden, die voorkomen dat te grote stromen uit de smeltende gletsjers te vlug naar zee worden afgevoerd én een bijdrage leveren aan de totale energievoorziening.

Fiscale vergroening van het belastingstelsel is enkel iets meer dan een gewone belastingheffing met een mooie verpakking, als er reële alternatieven geboden worden. In de huidige praktijk van deze belastingheffing ontbreken de reële alternatieven geheel of praktisch geheel. Bovendien belast de overheid ook volledig duurzaam opgewekte energie. In mijn plan zijn er wél goedkopere alternatieven geboden en dient de belastingheffing op fossiele brandstof enkel om de mensen te stimuleren deze alternatieven te gebruiken. Het duurder maken van vervuilende brandstoffen heeft in mijn plan dus een gericht doel. In de huidige belastingheffing heeft het, zo lijkt het wel, als enige doel om de Staatskas te spekken. Dat is geen vergroening van het belastingstelsel, maar een pure extra belasting. De heffing in mijn plan is heel wat mensvriendelijker dan een belastingheffing, waar niet aan te ontkomen is én waar geen reëel alternatief voor is.

U verwijst naar verschillende subsidies voor duurzame energie. Wanneer wij, als samenleving, volledig overschakelen op duurzame energie, zijn deze subsidies onzin en weggegooid geld. Beter is het stimuleren van duurzame energie door fossiele energie, geleidelijk aan, onbetaalbaar te maken. Dan komen de opwekking, buiten de investeringen van de overheid, en de toepassingen vanzelf wel. Daar is geen duur belastinggeld voor nodig.

U schrijft over het bijmengen van waterstof bij aardgas. Even voor de duidelijkheid: ik heb dit nooit gesuggereerd of bepleit. Integendeel, ik acht dit gevaarlijk, omdat dan waterstofgas in open vuur wordt gebruikt. Wél heb ik gepleit voor het volledig vervangen van aardgas door waterstofgas.  

U heeft niet tegengesproken dat een snelle overgang naar duurzame energie een langdurige hoogconjunctuur oplevert. In feite heeft u er niets over gezegd. Er van uitgaand dat u ook wel in ziet dat de miljarden m²       zonnecellen geproduceerd, geplaatst en onderhouden moeten worden, honderdduizenden windmolens in Europa nog gebouwd moeten worden en dat de miljoenen andere wijzigingen in de energie huishouding en daarvoor benodigde apparaten ook veel werkgelegenheid opleveren, die weer een groot consumentenvertrouwen oplevert, ga ik er ook niet verder op in. Alleen nog dit: zelfs als de regeringen in de EU alleen maar snel uit de huidige recessie willen komen, dan is het wijs om dit plan in al zijn aspecten en volheid volledig te omhelzen. Maar bovendien wordt hiermee de toekomst veilig gesteld. Zowel een schoon milieu, een zekere energievoorziening én een grotere welvaart.

Dat u de energietransitie naar een duurzame energiehuishouding in EU verband zal aankaarten, inclusief de betekenis van waterstof, doet mij een genoegen. Ik hoop dat u de snelle overgang naar het volledig op duurzame energie gebaseerde economie en samenleving, dus het volledig afdanken van de fossiele brandstoffen, óók op de politieke agenda van de EU wilt zetten.

Want laat er tenslotte geen misverstand over bestaan: de mensheid móet overschakelen op duurzame energie of het wil of niet. Het opraken van de fossiele brandstof én het onleefbaar worden van de biossfeer maken het noodzakelijk. De keus is dus niet óf wij mensen overschakelen op duurzame energie, maar wanneer. Doen wij het nu, dat het nog net kan zonder een ontwrichte samenleving en een onomkeerbare vernietiging van onze planeet, nu dat er nog geen miljoenen planten en dieren zijn uitgestorven? Of wachten wij totdat er een gebrek is aan fossiele brandstoffen en er vele miljoenen planten en dieren zijn uitgestorven? Dát is de échte politieke keus waar u politici, namens het gehele volk, voor staan.

Ik wens u veel wijsheid toe!

 

Cor Huizer.










© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering