Inleiding:
Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.
Schriftteksten:
Eerste lezing Numeri 6, 22-27
De Heer sprak tot Mozes: ‘Zeg aan Aäron en zijn zonen: Als gij de Israëlieten zegent, doe het dan met deze woorden: Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken! Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken, zal Ik hen zegenen’.
Tweede lezing Galaten 4, 4-7
Broeders en zusters, toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn eigen Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet om ons, slaven van de wet, vrij te maken zodat wij de rang kregen van zonen. En opdat ge zonen zijt,. heeft God de Geest van zijn Zoon, die ‘Abba, Vader!’ roept, in ons hart gezonden. Ge zijt dus niet langer slaaf, maar zoon, en als zoon goede ook erfgenaam en wel door toedoen van God.
Evangelielezing Lucas 2, 16-21
In die tijd haastten de herders zich naar Bethlehem en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot werd ontvangen.
Uitleg:
Het thema van deze eerste dag van het jaar is: ‘De ‘God barende’’. Maria was werkelijk de God barende Maagd en Moeder. Want haar Zoon, Jezus Christus, was door de Wil van God in haar verwekt – nadat zij daarvoor toestemming had gegeven, toen de engel haar verkondigde dat zij zwanger zou worden van de heilige Geest – omdat God Zichzelf wilde hullen in het vlees van een mens. En wel een mens op onze Aarde, die geschapen is om de kinderen van God te dragen. Adam en Eva hebben dat eigenlijk al verpest door hun zondeval. Maar God Zelf wilde de gevolgen daarvan – namelijk dat de verbinding tussen God en ons mensen was verstoord, waardoor niemand na zijn leven naar de hemel kon – weer herstellen. En dat deed God door middel van Zijn Zoon – het lichaam en de ziel van Jezus Christus – op Aarde geboren te laten worden. Hierdoor kon God ons mensen redden en, tegelijkertijd, Zichzelf in een lichaam hullen, waardoor God voor Zijn schepselen zichtbaar kon worden. Want vóór de geboorte van Jezus Christus gold dat wie God zag moest sterven, omdat God oneindig is en elk schepsel eindig is. Daardoor kon niets of niemand God zien, onmogelijk! Maar nu dat God op Aarde is geboren, kan dit wel. Maar, om als pasgeborene op Aarde te komen, moest Jezus een Moeder hebben. Daarom heeft God een hoge en zuivere engel eerst naar de Aarde gezonden, opdat die de Moeder van God zou worden. Want Jezus Christus moest weliswaar naar lichaam en ziel volledig Mens worden, maar Zijn inwonende Geest is volledig God; vandaar dat Jezus Christus God is! En Zijn Moeder de Moeder van God, want hoewel zij strikt genomen de moeder van Zijn lichaam was en gedeeltelijk van Zijn ziel, wordt bij elke mens – wij allen bestaan uit een lichaam, een ziel en een inwonende –geschapen – geest – gezien als de moeder van de gehele mens. En zo is het ook met Maria, die Jezus Christus eerst negen maanden onder haar hart droeg en daarna Hem baarde; ook zij wordt en werd beschouwd als de moeder van de gehele Persoon Jezus Christus, dus inclusief Zijn ongeschapen Geest, die volledig God is. Vandaar dat Maria de enige – in de gehele oneindigheid – de God barende is, want alleen Maria heeft de ene ware en levende God gebaard. Niemand anders! Maar denkt u eens in: Van de ontelbare hemellichamen, die in de oneindige ruimten bestaan en mensen dragen, is onze Aarde uitgekozen om God als Mens geboren te laten worden. Wat een grote genade voor ons mensen op deze Aarde! Vandaar dat er staat geschreven dat God ons mensen van deze Aarde heeft geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Wat betekent dat wij mensen van onze Aarde zijn geschapen om kinderen van God te worden, maar alleen als wij het zelf willen. Daarom ook heeft God ons een absoluut vrije wil gegeven. En wat deden en doen wij mensen van deze Aarde? Onze ongehoorzaamheid aan God begon reeds bij Adam en Eva, die Gods eenvoudige gebod negeerden en daardoor in een zondeval terecht kwamen. Het Oude Testament van de Bijbel staat vol van het telkens weer afdwalen naar heidendom van het volk van God, de Israëlieten. De Leer van Christus groeide gestaag en het christendom leek de overwinning te behalen. In de eerste eeuwen onder vervolgingen in het Romeinse rijk, maar sinds het begin van de vierde eeuw waren deze ook voorbij. Het christendom verspreidde zich voorspoedig in Europa, alhoewel er vele machthebbers waren die zich wel christen noemde, maar het niet waren, vanwege hun eigen gedrag. Toch kon men over het algemeen spreken van een christelijke beschaving in de Middeleeuwen. Op het einde van de Middeleeuwen kwam daar dan weer behoorlijk de klad in; want vele mensen vielen af van hun geloof en van de Algemene = Katholieke Kerk. En sindsdien is het steeds verder afgedwaald van God in Jezus Christus, Zijn Leer en Zijn Geboden. Momenteel is de gehele wereld wederom heidens geworden. Nu lopen wij met onze zonden te pronken en maken mensen, die Gods Leer leven, eerder belachelijk, dan dat wij hun goede voorbeeld volgen. Dat is de algemene moraal van onze tijd. Slechts een kleine minderheid van de mensheid doet nog wat God van ons vraagt; de rest is weggezonken in ongeloof in God, heidense en duivelse praktijken. Het is daarom geen wonder dat God in Jezus Christus – zeer waarschijnlijk nog in dit decennium – weder zal keren op Aarde. Maar niet voordat God ons allen een Waarschuwing zal geven hoe ieder van ons er in Zijn ogen voorstaat. Wie zich dan bekeert, onder berouw en de wil om zijn leven te verbeteren, is gered voor het eeuwige leven in het rijk Gods. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Wie zich niet bekeert en daarin volhardt, is verloren en gaat naar de hel. En dit is het gevolg van hoe wij mensen onze vrije wil gebruiken; ten goede voor ons zelf en onze naasten, of ten kwade door Gods Leer en Geboden te negeren. Want God zal ons nooit onze vrije wil afnemen. God gaf aan Mozes een Hem aangename manier aan van zegenen in Zijn Naam. Maar voor kwaadwillenden, die hun eigen dwaalwegen bewandelen, maar God volledig ongehoorzaam zijn, help geen enkele zegening, omdat zij deze zelf impliciet of zelfs expliciet afwijzen. Paulus schreef wel aan de Galaten dat God Zijn Zoon, Jezus Christus had gezonden in de volheid van de tijd, maar hoe vele mensen hebben Hem wel niet afgewezen? En waarom? Omdat Zijn Leer niet paste in hun eigen zelfzuchtige streven! Maar daarmee wezen zij ook het eeuwige leven af. Want, als een mens God afwijst, dan kan Gods Geest hen niet leren dat God hun Vader is. En kan deze ook niet naar ons hart gezonden worden. Wat eigenlijk betekent dat wij mensen God gaan lief hebben, waardoor ieder, die God als Vader aanneemt, een kind van God kan worden, mits hij in God wil geloven en zijn best doet om de eenvoudige Geboden van God te onderhouden, dus te doen. Geen mens kan op eigen kracht een kind van God worden, maar als wij van goede wil zijn – dus dit wel graag willen en daarom zoveel mogelijk Gods Leer en Geboden inpassen in ons leven, dus doen – zal God ons helpen en leiden naar het kindschap van God. De herders, die tijdens de geboorte van Jezus Christus, buiten overnachtten, om hun kudde te bewaken, waren mensen van goede wil, want anders waren zij niet door de engelen benaderd. En, zodra zij de hemelse boodschap gehoord hadden, haastten zij zich naar Bethlehem, naar het pasgeboren kind in de kribbe. Zij waren duidelijk overweldigd door vreugde. Maar heden vieren heel veel mensen Kerstmis, zonder enige verwijzing naar God in Jezus Christus. Het is een leeg feest, want zonder God is er geen diepere betekenis aan Kerstmis, behalve wat gezelligheid. De kern van Kerstmis is de geboorte van God op Aarde. Zonder dit gegeven is het vieren van Kerstmis volkomen dood, leeg en overbodig. Leuk feestje, maar daar blijft het ook bij, want zonder de verwijzing naar de kern, het hart van dit feest, de geboorte van Jezus Christus, volkomen leeg en zonder inhoudt. Vandaag vieren wij het nieuwe jaar volgens de christelijke jaartelling. Maar wat stelt deze jaartelling voor zonder Christus? Niets, toch? Daarom, wacht niet op de laatste oproep van God in de Waarschuwing, maar kom tot geloof. Dan bent u er zeker van dat ook u een hemelbewoner zal worden, na uw lichamelijke dood. Wellicht ook een bewoner van de woning van uw Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal zullen aantreffen.
Amen.
Cor Huizer.