Religie

Schriftuitleg van zondag 19 maart 2023.

Inleiding: 

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt. 

Schriftteksten: 


Eerste lezing 1 Samuel 16, lb.6-7.10-13a

In die dagen zei de Heer tot Samuel: ‘Vul een hoorn met olie: Ik zend u naar Isaï, de Betlehemiet, want één van zijn zonen heb ik voor het koningschap bestemd’. Toen Samuel daar aankwam, viel zijn blik op Eliab en hij dacht: Die daar voor de Heer staat, is ongetwijfeld zijn gezalfde! Maar de Heer zei tot Samuel: ‘Ga niet af op zijn voorkomen of zijn rijzige gestalte; hem wil Ik niet. Want God ziet niet zoals een mens ziet; een mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer naar het hart’. Zo stelde Isaï zeven van zijn zonen aan Samuel voor, maar Samuel zei tot Isaï: ‘Geen van hen heeft de Heer uitverkoren’. Daarop vroeg hij aan Isaï: ‘Zijn dat al uw jongens?’. Hij antwoordde: ‘Alleen de jongste ont­breekt; die hoedt de schapen’. Toen zei Samuel tot Isaï: ‘Laat die dan halen, want we gaan niet aan tafel, voordat hij hier is’. Isaï liet hem dus halen. De jongen was rossig, had mooie ogen en een prettig voorkomen. Nu zei de Heer: ‘Hem moet gij zalven: hij is het’. Samuel nam dus de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Sedert die dag was de geest van de Heer vaardig over David. 


Tweede lezing Efeziërs 5, 8-14

Broeders en zusters, eens waart gij duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht. De vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid. Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt. Neemt geen deel aan duistere en onvruchtbare praktijken, brengt ze liever aan het licht. Wat die mensen in het geheim doen is te schan­delijk om er ook maar over te spreken. Alles echter wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid. En alles wat verhelderd wordt, is zelf ‘licht’ geworden. Zo zegt ook de hymne: ‘Ontwaak, slaper, sta op uit de dood en Christus’ licht zal over u stralen’. 


Evangelielezing Johannes 9,1-41

In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af. Zijn leerlingen vroegen Hem: ‘Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?’. Jezus antwoordde: ‘Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden. Wij moeten de werken van Hem die Mij gezonden heeft verrichten zolang het dag is. Er komt een nacht en dan kan niemand werken. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld’. Toen Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte met het speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man en zei tot hem: ‘Ga u wassen in de vijver van Silóam’ - wat be­tekent: gezondene. - Hij ging ernaar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan. Zijn buren nu en degenen die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden: ‘Is dat niet de man, die zat te bedelen?’. Sommigen zeiden: ‘Inderdaad, hij is het’. Anderen: ‘Neen, hij lijkt alleen maar op hem’. Hijzelf zei: ‘Ik ben het’. Toen vroegen ze hem: ‘Hoe zijn dan uw ogen geopend?’. Hij antwoordde: ‘De man die Jezus heet, maakte slijk, bestreek daarmee mijn ogen en zei tot mij: Ga naar de Silóam en was u. Ik ben dus gegaan, waste mij en kon zien’. Ze vroegen hem toen: ‘Waar is die man?’. Hij zei: ‘Ik weet het niet’. Men bracht nu de man die blind geweest was bij de Farizeeën; de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hem dus, hoe hij het gezicht herkregen had. Hij zei hun: ‘De man die Jezus heet, deed slijk op mijn ogen, ik waste mij en ik zie’. Toen zeiden sommige Farizeeën: ‘Die man komt niet van God, want Hij onderhoudt de sabbat niet’. Anderen zeiden: ‘Hoe zou een zondig mens zulke te­kenen kunnen doen?’. Zo was er verdeeldheid onder hen. Zij richtten zich opnieuw tot de blinde en vroegen: ‘Wat zegt gijzelf van Hem, daar Hij u toch de ogen geopend heeft?’. Hij antwoordde: ‘Het is een profeet’. De joden wil­den niet van hem aannemen, dat hij blind was geweest en het gezicht herkregen had, eer zij de ouders van de genezene hadden laten komen. Zij stelden hun toen de vraag: ‘Is dit uw zoon, die volgens uw zeggen blind geboren is? Hoe kan hij dan nu zien?’. Zijn ouders antwoordden: ‘Wij weten, dat dit onze zoon is en dat hij blind is geboren, maar hoe hij nu zien kan, weten we niet; of wie zijn ogen geopend heeft, wij weten het niet. Vraagt het hemzelf, hij is oud genoeg en zal zelf zijn woord wel doen’. Zijn ouders zeiden dit omdat zij bang waren voor de joden, want de jo­den hadden reeds afgesproken dat al wie Hem als Messias beleed, uit de synagoge gebannen zou worden. Daarom zeiden zijn ouders: Hij is oud genoeg, vraagt het hemzelf. Voor de tweede maal riepen de Farizeeën nu de man die blind was geweest, bij zich en zeiden hem: ‘Geef eer aan God. Wij weten dat die man die Jezus heet, een zondaar is’. Hij echter antwoordde: ‘Of Hij een zondaar is, weet ik niet. Eén ding weet ik wel: dat ik blind was en nu zie’. Daarop vroegen zij hem wederom: ‘Wat heeft Hij met u gedaan? Hoe heeft Hij uw ogen geopend?’. Hij antwoordde: ‘Dat heb ik al verteld, maar gij hebt niet geluisterd. Waarom wilt gij het opnieuw horen? Wilt ook gij soms leerlingen van Hem worden?’. Toen zeiden zij smalend tot hem: ‘Jij bent een leerling van die man, wij zijn leerlingen van Mozes. Wij weten dat God tot Mozes gesproken heeft, maar van deze weten we niet waar Hij vandaan is’. De man gaf hun ten antwoord: ‘Dit is toch wel wonderlijk, dat gij niet weet vanwaar Hij is; en Hij heeft mij nog wel de ogen geopend. Wij weten dat God niet naar zondaars luistert, maar als ie­mand godvrezend is en zijn wil doet, dan luistert Hij naar zo iemand. Nooit in der eeuwigheid heeft men gehoord, dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft ge­opend. Als deze man niet van God kwam, had Hij zo iets nooit kunnen doen’. Zij voegden hem toe: ‘In zonden ben je geboren, zo groot als je bent, en jij wilt ons de les lezen?’. Toen wierpen ze hem buiten. Jezus vernam dat men hem buiten geworpen had en toen Hij hem aantrof, zei Hij: ‘Gelooft ge in de Mensenzoon?’. Hij antwoordde: ‘Wie is dat, Heer? Dan zal ik in Hem geloven’. Jezus zei hem: ‘Gij ziet Hem, het is Degene die met u spreekt’. Toen zei hij: ‘Ik geloof, Heer’. En hij wierp zich voor Hem neer. En Jezus sprak: ‘Tot een oordeel ben Ik in deze wereld gekomen, opdat de niet­-zienden zouden zien en de zienden blind worden’. Enkele Farizeeën die bij Hem stonden, hoorden dit en zeiden tot Hem: ‘Zijn ook wij soms blind?’. Jezus antwoordde: ‘Als gij blind waart, zoudt gij geen zonde hebben, maar nu gij zegt: wij zien, blijft uw zonde’. 

Uitleg: 

Het thema van deze vierde zondag van de Vasten is: ‘Laetare! Het licht is nabij’. Het Licht van God is ons mensen nabij, maar de meeste mensen blijven liever in de duisternis van allerlei zonden. Want, toen God op Aarde woonde in de Mens Jezus Christus, bracht Hij heel veel geestelijk licht over onze Aarde. Maar God heeft elk mens een vrije wil gegeven, waarmee hij de Leer en Geboden van God kan aannemen – en er naar gaan leven – of afwijzen en een zondig leven kan leiden. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. De Leer van God in Jezus Christus is inmiddels over de gehele Aarde verspreid. Maar vanaf het begin heeft Satan geprobeerd om deze Leer te ondermijnen, door er valse elementen aan toe te voegen en daarmee bijgelovigheid te stimuleren, en hij is de laatste eeuwen zo succesvol, dat de gehele mensheid verloren kan gaan. Dat kan God nooit toelaten! Want dat zou betekenen dat God ons mensen, die Hij op Aarde heeft geschapen om Zijn kinderen te worden, totaal voor Gods Rijk verloren zou laten lopen. Voor God s er geen grens aan wat Hij kan zien, zowel in het verleden, als in het heden, maar ook in de toekomst. Daarom heeft God de huidige toestand op Aarde  aan zien komen en al duizenden jaren geleden voorspeld dat Hij eens terug zou komen, om te oordelen over levenden en doden. Jezus Christus is God en Hij zal nog voor het jaar 2030 – tweeduizend jaar na het begin van Zijn Openbare leven op Aarde – inderdaad zijn teruggekomen. Dit heeft Hij Zelf voorspeld toen Hij zei dat Hij na bijna tweeduizend jaar zou wederkomen. En God houdt altijd Zijn Woord! En daarna is de diepe geestelijke duisternis, waar wij mensen heden in leven, voorbij. Want voordat God in Jezus Christus in het openbaar weder komt, zullen alle vijanden van God – duivels en mensen – van de Aarde worden verwijderd. En bedenk dat tussen nu en 2030 er nog geen volle acht jaar meer zitten, tijd dus voor alle mensen, die nog niet bij God behoren, om zich tot God in Jezus Christus te bekeren, want de tijd is nog maar zeer kort bemeten. Gelukkig is God oneindig Barmhartig en, om zoveel mogelijk mensenzielen voor de hel te behoeden, krijgt elke mens, die dit kan begrijpen, van God nog een Waarschuwing hoe hij er in Gods ogen voor staat. Wie zich dan alsnog bekeert, is gered voor Gods Rijk; maar wie God dan nog steeds afwijst en zijn eigen wegen door het leven wil bewandelen, die is verloren en komt in de hel. En op die plek wil niemand, die zijn verstand gebruikt, komen wonen. Toch zal dit het lot zijn van miljarden mensen, niet omdat God dit wil, maar omdat zij deze Waarschuwing – die over de gehele wereld gelijktijdig zal plaatsvinden, vandaar dat deze gebeurtenis de Grote Waarschuwing zal heten – in de wind slaan, dus negeren, maar hun zondige leven voortzetten. En wiens schuld is het dan, als zij in de hel gaan beseffen dat zij de verkeerde wegen hebben gekozen? Kan God, zonder ons de vrije wil af te nemen, meer doen dan ons mensen waarschuwen voor de gevolgen van ons leven, als wij ons niet bekeren? Waarlijk, God heeft hier meer dan genoeg gedaan; want Zijn Leer en Geboden zijn over de gehele wereld bekent, maar nog gaat God ons opnieuw waarschuwen om ons heidense leven te verlaten. Indien Lucifer en zijn aanhang naar God hadden geluisterd, in plaats van hun weerspannigheid tegen God te volgen, was er nooit een materiële Schepping geweest. En ook zij waren van tevoren gewaarschuwd dat hun daden van weerspannigheid zou leiden tot hun gevangenneming in de materie. Wij mensen kregen en krijgen opnieuw de kans om een kind van God te worden, want wij zijn allemaal voortgekomen uit deze gevangengenomen geesten, die met Lucifer – nu Satan geheten – waren gevallen. Maar de meeste mensen willen geen kinderen van God worden, nee, zij willen graag in diepe duisternis en zonden blijven wonen. Maar dan zijn zij slaven van hun eigen zonden! God biedt ons mensen allemaal de vrijheid van de liefde aan; wij mensen, voor het merendeel, zijn kennelijk liever de slaven van onze eigen begeerten. Is de toestand van slavernij zo aantrekkelijk, dat wij liever slaaf zijn van onze eigen zonden, dan vrije kinderen van God? Dat wij onze hoogmoed, waandenkbeelden, zelfzucht en zogenaamde eigenbelang – op korte termijn, want op lange termijn in Gods vrijheid en de liefdevolle staat in de hemel veel meer eigenbelang, dan welke ‘beloning’ van de zonden dan ook – zoveel aanlokkender dan een eeuwig, nooit eindigende leven in de hemel? Voor mij niet! Maar u heeft het recht, van God uit, om te kiezen wat u graag wilt; het is uw eigen toekomst. Zelfs een grote profeet, zoals Samuël, kon niet door de uiterlijke vorm van mensen heen te kijken. God zond hem om de volgende koning van Israël te zalven. Maar in eerste instantie keek Samuël naar het uiterlijk van de zonen van Isaï. God echter liet hem weten dat niet het uiterlijk ertoe doet, maar het (geestelijke) hart van een mens. Maar, hoewel ook David, de jongste zoon van Isaï een aantrekkelijk uiterlijk had, mochten al zijn oudere broers en zijn ouders toekijken hoe hij, net geschikt bevonden om de schapen te hoeden, tot koning werd gezalfd. En hij werd een zeer grote koning. De keuzes van God zijn vaak erg wonderbaarlijk! Neem bijvoorbeeld Paulus, toen nog Saulus genoemd, die de volgelingen van Jezus Christus fanatiek vervolgde; maar God in Jezus Christus riep hem tot Zijn apostel en hij werd en was de meest effectieve apostel, die actief was voor de Leer en Kerk van Christus Jezus. Zijn vele brieven zijn bewaard gebleven en zijn ook nu nog actueel. Zo ook de brief aan de Efeziërs, die wij heden lezen. Want hij riep op om de duisternis te verlaten en in het licht te gaan leven. En de vruchten van het licht zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid. Kom daar in het heden nog maar om; want de meeste mensen hangen het tegendeel aan. Daarmee dienen zij niet God, maar de Satan! En, evenals de tempel te Jeruzalem grotendeels heidens was geworden in de tijd van Jezus Christus op Aarde, is ook onze religieuze leiding, die zich christelijk noemt, grotendeels heidens geworden. Toentertijd had God dit voorzien en gaf de tempelheren, de Farizeeën het zoveelste bewijs van Zijn God-zijn. Hij genas een blindgeboren man! Maar deze heren wenste dat niet en smeet deze man uit hun synagoge – wat de betekenis heeft van weigeren hem te erkennen als een belijdende jood, dus uit zijn godsdienst verwijderen – want accepteren dat Jezus Christus God is, dat wilden zij niet. Jezus Christus echter liet de genezen blinde man niet in de steek, maar zorgde ervoor dat Hij de genezen man opnieuw ontmoette. En dat resulteerde in het tot geloof komen van deze man, waardoor hij niet alleen lichamelijk ziende werd, maar ook geestelijk; waardoor hij ook gered was voor het eeuwige leven in Gods Rijk. Daarom, laat niemand zo eigenwijs zijn om zich niet te bekeren en de Leer en Geboden van God in Jezus Christus te gaan onderhouden, dus doen! Want het alternatief is de hel! Maar ieder, die met spijt in zijn hart voor zijn begane zonden, zich bekeert is gered voor het eeuwige leven. Die zal, na het leven op Aarde, zeker in de hemel belanden. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen. 

Amen. 

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2023
Ontwerp en hosting Maartens automatisering