Religie

Schriftuitleg van zondag 10 maart 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.

 Eerste lezing 2 Kronieken 36, 14-16.19-23

In die dagen maakten ook al de voornaamste priesters en het volk zich herhaaldelijk schuldig aan de gruweldaden der heidenen, en ontheiligden de tempel van Jeruzalem, die aan de Heer gewijd was. En de Heer, de God van hun voorvaderen, stuurde almaar gezanten naar hen toe, want Hij had medelijden met zijn volk en met zijn woning. Maar zij verachtten Gods gezanten, spotten met hun bood­schap, en maakten zich vrolijk over de profeten, zodat ten slotte de toorn des Heren wel genadeloos moest losbar­sten over het volk. De koning der Chaldeeën liet de tempel in brand steken, en de muur van Jeruzalem afbreken; en alle paleizen liet hij platbranden, zodat alle kostbaarheden verloren gingen. Allen die aan het zwaard ontkomen wa­ren, liet hij in ballingschap wegvoeren naar Babel, waar zij hem en zijn zonen als slaven moesten dienen tot het Perzische rijk aan de macht kwam. Zo ging de voorspelling in vervulling die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had: ‘Zolang het land zijn sabbatjaren niet vergoed gekre­gen heeft, zal het braak blijven liggen: zeventig jaar lang’. In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië, ging de voorspelling in vervulling die de Heer bij monde van Jeremia gedaan had: de Heer wekte de geest op van Cyrus, de koning van Perzië. Deze liet in heel zijn ko­ninkrijk de volgende boodschap afkondigen en ook schrif­telijk verspreiden: ‘Zo spreekt Cyrus, de koning van Perzië: De Heer, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde geschonken. Hij heeft mij opgedragen voor Hem te Jeruzalem in Juda een tempel te bouwen; laten allen on­der u die tot het volk des Heren behoren, onder de hoede van de Heer, hun God, terugkeren naar Jeruzalem’.


Tweede lezing Efeziërs 2,4-10

Broeders en zusters, God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding. En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus, om de naderbij komende eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus. Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf: Gods gave is het; niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen. Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus om in ons leven de goede daden te realise­ren die God voor ons al bereid heeft


Evangelielezing Johannes 3, 14-21

In die tijd sprak Jezus tot Nikodemus: ‘De Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon Gods. Hierin bestaat het oor­deel: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren. Ieder die slecht handelt heeft afschuw van het licht en gaat niet naar het licht toe uit vrees dat zijn werken openbaar gemaakt worden. Maar wie de waar­heid doet gaat naar het licht, opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan’.

Uitleg:

Het thema van deze vierde zondag van de vasten is: ‘God is met ons’. God is met ons mensen en met al Zijn schepselen. Sterker nog, God is altijd met ons mensen. Ook met de mensen, die zo dom zijn om Hem af te wijzen. Immers, God heeft ons mensen van deze Aarde geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, opdat wij in staat kunnen zijn om Gods kinderen te worden. Maar alleen als wij dat zelf ook willen! Want God heeft ons mensen een absoluut vrije wil gegeven. Daarmee kunnen wij kiezen vóór God of ook tegen God. Alle mensen die tegen God kiezen en hun aardse leven in vele zonden doorbrengen, die zullen de gevolgen van hun verknoeide aardse leven zelf moeten dragen. Want, als het leven volgens Gods Leer en Geboden de mensenzielen een hemel oplevert, dan zal het tegenwerken van Gods bedoelingen in ons aardse leven het tegendeel opleveren. Wie zichzelf nog niet van al het aardse heeft bevrijd – hang naar zelfzucht, geld, hoogmoed en eigendunk (niet gelimiteerde opsomming) – die zal dit in het hiernamaals moeten kwijtraken, wanneer hij uit eigen vrije wil in een hemel wil wonen. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Deze mensen komen dan uit in het Vagevuur, de verbeteringsplaats tussen hemel en hel. Daarin kan elke mensenziel zelf kiezen of hij de wegen van verbetering op wil, of alsnog wil afdalen in de hel. Mensen, die niets van God willen weten en zich, bewust, schuldig maken aan de meest afgrijselijke zonden, die kunnen ook rechtstreeks naar de hel gaan. Maar zelfs in de hel is God met hen, want door allerlei ervaringen, die niet prettig zijn, probeert God hen zover te krijgen dat zij zelf, uit vrije wil, God om verlossing uit de hel gaan vragen. Zij zijn vrijwillig, door hun zonden, in de hel gekomen en zullen ook vrijwillig, door God om genade te bidden, weer uit de hel bevrijd worden. Maar de weg naar het kindschap van God is voor alle helbewoners wel afgesloten. Immers, de kwade dingen en omstandigheden, welke zij hebben meegemaakt, blijven aan hen kleven, waardoor zij nimmer de geestelijke toestand kunnen bereiken, welke de kinderen van God bereikt hebben. Maar ook dan is God nog altijd met hen, want God is er altijd op gebrand, als een goede Vader, om elk mens liever in een hemel – ook al kan het schepsel nooit hoger komen dan een lagere hemel, door zijn eigen dwarse wil in zijn door God gegeven leven te volgen – dan in de hel. Mensenzielen uit de hel komen eerst in het Vagevuur terecht en kunnen dan pas doorgroeien naar een hemel toe. God helpt mensen in het Vagevuur zich te zuiveren, opdat zij zo hoog mogelijk kunnen komen. De mensen die lauw zijn, omdat het niets uitmaakt of zij in de diepste hel of in de hoogst hemel terechtkomen, wacht een veel ernstiger lot. Want deze mensenzielen zijn absoluut niet en nooit vatbaar voor welke verbetering dan ook. Daarom wordt hun ziel in de kleinste deeltjes verdeeld en, op een andere planeet en zonder inwonende geest van God uit, om opnieuw, via de wegen van mineralen, planten en dieren, mens te worden. Maar, omdat de inwonende geest vanuit God ontbreekt, kunnen zij onmogelijk het stadium van schepsel overstijgen. Een troost is wel dat zij, van dit aardse leven, die zij zelf verknoeid hebben door hun eigen onverschilligheid, niets meer zullen weten. Maar het beste is voor elk mens op deze Aarde, waar de Weg naar het kindschap van God wagenwijd open is gesteld, de kant van God te kiezen. Want dat geeft de zekerheid van een oneindig en zalig leven, als kind van God. En dat is het hoogste wat een schepsel, vanuit deze Aarde of vanuit zelfs de hoogste hemel, ooit kan bereiken. Want God is de enige die, in alle opzichten oneindig is. En alles wat er verder nog bestaat is door Hem, God, geschapen. Buiten God om bestaat er niets. Ook Lucifer, nu Satan geheten, is een schepsel van God én de koning van de hel. Volg Satan en tel uit uw winst! In de tijd van Jeremia meenden de voornaamste priesters en het volk de gruweldaden van de heidenen over te moeten nemen en God te bespotten. God zond Zijn gezanten naar hen toe, maar zij weigerden te luisteren. Zoals in onze tijd eigenlijk hetzelfde gebeurt. Maar Jeruzalem en de Tempel werden verwoest en de bewoners van Israël werden weggevoerd, om de overwinnaar als slaven te moeten dienen. Pas na zeventig jaar zorgde God ervoor dat zij naar Israël mochten terugkeren. Nu zal de ondergang van de huidige wereld, die zich massaal van God heeft afgekeerd en wij mensen een heidens leven leiden, veel sneller geschieden. Want nog voor 2030 is God in Jezus Christus terug op Aarde en dan is deze hele wereld, die wij nu kennen en die een Satan aanbiddende barbarij is geworden, voorgoed verdwenen. Wij krijgen nog binnenkort de grote Waarschuwing, waarin ieder mens, die dit kan begrijpen, duidelijk is hoe hij er in Gods ogen voorstaat. Wie zich dan alsnog bekeert – en niet terug valt in zijn zonden – die is gered voor het eeuwige leven; wie zich weigert te bekeren is rijp voor een enkeltje hel. God is rijk aan barmhartigheid en heeft ons mensen met Jezus Christus ten leven gewekt. Maar dan zullen wij de Leer en Geboden van God in Jezus Christus in ons leven ook moeten (gaan) doen. Want geloof zonder daden is dood; het geloof komt juist door het doen tot leven, ja tot eeuwig leven. Maar daarvoor moest Jezus Christus, als Mens, eerst worden gemarteld en gedood, door Hem omhoog te heffen, zoals Mozes een slang in de woestijn omhoog hief. Want God offerde Zijn Zoon op voor onze zonden, opdat de macht van Satan over ons mensen zou worden gebroken. Daardoor zijn wij mensen gered geworden en kunnen wij ook ware kinderen van God worden en zijn, wonend in het Vaderhuis, waar ook God woont. De duisternis is niet meer overheersend, alleen die mensen, die God in Jezus Christus afwijzen door hun slechte daden, leven in de zelfde duisternis, als dat er in de hel is. Jezus Christus was en is als Mens de Zoon van God, maar in Zijn Geest in alle volheid God Zelf. Daarom is Jezus Christus God! Wil een mens horen bij Diegene die hem zijn eigen leven heeft gegeven, dan zal die mens moeten doen, moeten handelen naar de Leer en Geboden van God in Jezus Christus. Want dat is de enige Weg naar de hemel. Wellicht ook naar de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Daar woont God met al Zijn kinderen. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal zullen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering