Religie

Is openbaar bloot (naakt) een zonde?

In maatschappelijk opzicht wel en is daarom, in Nederland, bij wet verboden, met slechts een handvol uitzonderingen erop. Maar, veel belangrijker, is het ook in Gods ogen een zonde? Om daar achter te komen wordt Gods werk van Zelf Openbaring, de heilige Bijbel, opengeslagen. Daarbij wordt uitgegaan van het feit dat God onveranderlijk is en ook Zijn wetten dat zijn, ongeacht of wij spreken van een natuurwet, of de richtlijnen, geboden voor ons mensen. Anders gezegd: wat zondig was in de tijd van Adam en Eva is ook nu zondig en wat in die tijd niet zondig was is het ook nu niet.

En in de Bijbel lezen wij dat God ons mensen zonder kleding heeft geschapen en dat Adam en Eva in het paradijs ook geheel bloot rondliepen (Genesis 2,25). Zij waren naakt maar wisten het niet (Gen. 3,7+11). Ook elk kind is door God geschapen en aan zijn/haar ouders gegeven en komt geheel bloot op de wereld. Dit is al een indicatie dat bloot zijn voor God geen zonde is. En in het Oude Testament staan heel veel voorbeelden dat bloot normaal was in de oudheid, niet alleen bij de heidenen, maar ook bij het volk van God, Israël. Ik zal u niet met alle voorbeelden lastig vallen, maar er nog één noemen. De profeet Jesaja liep, op Gods bevel, drie jaar lang geheel naakt rond ( Jesaja 20,2-3). Dit toont zonder meer aan dat bloot, naakt rondlopen binnen een gemeenschap geen zonde kàn zijn, omdat God Zijn profeten, en andere mensen, nooit tot het begaan van zonden zal aansporen. Het toont ook aan dat zonder kleding lopen in die tijd geen bezwaar was en dat er, waarschijnlijk, meer mensen geen kleding aan hadden. In die samenleving was bloot, naakt zijn dus heel gewoon.

Ook in de christelijke wereld was dit, tot enkele eeuwen geleden, heel normaal. In de Middeleeuwen, toen mensen in herbergen vaak nog sliepen in grote ‘slaapzalen’, mannelijk en vrouwelijk door elkaar heen, werd iemand, die zich niet volledig uitkleedde voor het slapen gaan vaak zeer wantrouwend aangekeken. Want de andere mensen waren dan bang dat deze persoon iets te verbergen had, zoals een besmettelijke ziekte of een wapen. Pas op het eind van de achttiende eeuw kwam, met de gegoede burgerij en de, dubbele, burgerlijke moraal ook het verbod zich naakt te vertonen, zelfs in de privé sfeer. De armen echter konden, tot in het begin van de vorige eeuw, zich daaraan vaak niet volledig houden, vanwege het gebrek aan voldoende kleding en de slechte huisvesting. Zwemkleding was een uitvinding uit de negentiende eeuw, maar heel veel mensen bleven ook na die tijd, in openbaar water, geheel bloot baden en zwemmen. In grote delen van de VS tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw, ook in zwaar christelijke streken, was het gebruikelijk dat kinderen, verplicht, geheel bloot zwemles kregen. Pas na de invoering van gemengd zwemmen was badkleding verplicht.

Het verbod op openbaar naakt is dus geen christelijk gebod, maar ons opgelegd door de seculiere, lees: ongelovige, burgerlijke moraal. Want voor God is dit geen zonde, integendeel, God heeft ons zo geschapen en bloot zijn is de meest natuurlijke staat van de mens. Pas na de zondeval van Adam en Eva, toen zij zich schaamden voor hun eigen naakte lichaam, kregen zij van God echte kleding ( Gen. 3,21). De daad van naastenliefde, waar Jezus naar verwijst, de mens die naakt is kleden (Mattheüs 25,36), is dan ook niet bedoeld om mensen te dwingen om kleding aan te trekken, als die zich bloot op zijn/haar gemak voelt, maar om mensen, die zich schamen voor hun lichaam, te kleden als zij geen of te weinig kleding hebben om zich bijvoorbeeld te wapenen tegen de kou. God deed bij Adam en Eva immers hetzelfde, Hij kleedde hen pas toen zij, na de zondeval, zich voor hun eigen lichaam gingen schamen. Kleding heeft dus meer met de zwakte van de zondige mens te maken dan met zonde in Gods ogen.

Kleding dragen valt binnen Gods orde, want God Zelf heeft Adam en Eva van kleding voorzien. Een verbod op geen kleding te mogen dragen in het openbaar is niet van God afkomstig en tegen de natuurlijke gang van zaken. Toch is het een daad van naastenliefde om in onze samenleving, waar nu eenmaal het merendeel van de mensen nooit bloot wil of durft te zijn, soms zelfs niet privé, om in het openbaar altijd kleding te dragen, omwille van de zwakheid van onze medemensen, onze naasten, die anders onnodig geshockeerd en/of geërgerd kunnen worden.

Bevreemdend is het wel dat, wat geen zonde is in Gods ogen, verboden is, terwijl zonden, zelfs doodzonden, gepromoot worden door het wettelijk legaliseren ervan. Daarvan zijn vele voorbeelden, ik noem er enkelen: abortus provocatus en euthanasie, welke doodzonden zijn omdat dit moord, of bij euthanasie op zijn best hulp bij zelfmoord is. Zie hiervoor het vijfde gebod in de Tien Geboden van God: Gij zult niet doden. Ook het zogenaamde ‘homohuwelijk’, wat geen huwelijk is, is op zijn minst een zware zonde, omdat deze het gewone huwelijk, tussen man en vrouw, door God ingesteld door de schepping van zowel Adam als Eva, die elkaar aanvullen (geen meerdere mannen of vrouwen, één man en één vrouw), ondermijnt en daarmee een gezonde opvoeding van de volgende generatie. Wij leven inderdaad in een cultuur van de dood en tegen onze natuurlijke orde in. Wij mensen zijn toch wel merkwaardige wezens, met soms heel bizarre ideeën en opvattingen.
 

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering