Religie

Schriftuitleg van zondag 26 mei 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Deuteronomium 4,32-34.39-40

Mozes sprak tot het volk, en zei: ‘Ga de oude tijden maar na die u zijn voorafgegaan vanaf de dag dat God mensen op de aarde schiep. Kijk maar van het ene uiteinde van de hemel tot aan het andere: is er ooit zo iets groots gebeurd of is er ooit iets dergelijks gehoord? Heeft een volk ooit een God uit het vuur horen spreken zoals gij, en daarbij het le­ven behouden? Of heeft ooit een God gepoogd uit een an­der volk u te komen uitkiezen door beproevingen, door te­kenen en wonderen, door oorlogen, met sterke hand en opgestoken arm, door grote, schrikwekkende daden, zoals de Heer, uw God, die voor uw ogen in Egypte heeft ver­richt? Erken dan heden, en prent het in uw hart: de Heer is God in de hemel boven en op de aarde beneden; er is geen ander. Onderhoud zijn voorschriften en geboden die ik u heden geef. Dan zult gij met uw kinderen gelukkig zijn, en lang leven op de grond die de Heer uw God u voor altijd schenkt.


Tweede lezing Romeinen 8, 14-17

Broeders en zusters, allen die zich laten leiden door de Geest van God zijn kinderen van God. De Geest die gij ont­vangen hebt, is er niet een van slaafsheid die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt de geest van het kindschap ontvangen die ons doet uitroepen: ‘Abba, Vader!’. De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest dat wij kinde­ren zijn van God. Maar als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, te samen met Christus, daar wij delen in zijn lijden om ook te delen in zijn verheerlijking.


Evangelielezing Mattheüs 28, 16-20

De elf leerlingen begaven zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wier­pen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag, het Hoogfeest van de heilige Drie-eenheid, is: ‘De Liefde van de Drie-ene God’. De liefde van de Drie-ene God vult de gehele oneindigheid. Want God is Liefde en de Liefde van God is ook Gods Leven. Daarom is en kan leven alleen maar liefde zijn. Waar geen liefde is, daar is een geestelijke dood. En die is veel erger dan een lichamelijke dood. Want een lichaam is eigenlijk al dood, ook al loopt die, ogenschijnlijk, springlevend op Aarde rond. Want wat is het leven van en in een lichaam? Dat is alleen de inwonende ziel, die aan het lichaam een schijnleven geeft. Als de ziel het lichaam heeft verlaten, dan is het lichaam dood en is overgeleverd aan het vergaan. Alleen de ziel is voor eeuwig en leeft, na de dood van het lichaam, voort in het hiernamaals. Behalve als de ziel, door de eigen vrije wil en de daaruit vloeiende daden, eigenlijk geestelijk dood is. Dan blijft de ziel wel bestaan – want die is oneindig – maar, omdat deze ziel geen liefde heeft, is hij geestelijk dood. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Om de ziel te kunnen redden, maar ook uit eigen vrije wil, komt zo’n ziel in de hel terecht. Indien er toch nog een beetje leven in zit, in het Vagevuur, waar hij zich kan verbeteren totdat hij rijp is om in een paradijs, in een hemel te gaan wonen. Maar, omdat de vrije wil blijft, kan zo’n ziel ook afdalen naar de hel; maar alleen uit eigen vrije wil. Uit de hel kan een ziel – die daar gewoonlijk meerdere aardse eeuwen verblijft –ziel enkel weg komen, als hij inziet dat hij zijn helse verblijf aan zichzelf heeft te danken en God smeekt om genade onder echt berouw. Dan stuurt God een engel, die hem van de hel naar het Vagevuur brengt. Maar zo’n ziel kan nimmer de hoogste hemel bereiken, omdat er altijd sporen van zijn verblijf in de hel in de ziel achterblijven, waardoor zo’n ziel nimmer meer volledig rein en zuiver kan worden. Hij kan daarom alsnog een leven in zaligheid krijgen, maar zijn eigen persoonlijkheid weerhoudt hem ervan om een waar kind van God te worden. Hij zal tot in de oneindigheid altijd een schepsel zijn en nooit verder komen. De reden is dat hij zijn leven verknoeid heeft op Aarde en daarom zijn uitgroei naar het kindschap van God zelf, uit vrije wil, heeft afgewezen. Maar Gods Liefde en Barmhartigheid kent geen grenzen. Daarom is het mogelijk dat de ziel van iemand, die in zijn aardse leven, zijn leven en liefde verknoeit heeft, door zelfzuchtig te leven en zich teveel aan het aardse te binden, van God, altijd op eigen verzoek, een tweede leven op Aarde kan krijgen. Indien hij zich in het tweede leven op Aarde wel de Leer en Geboden van God eigen maakt en gaat leven, dus in de praktijk van zijn leven gaat toepassen, dan kan hij alsnog uitgroeien tot een waar kind van God. Maar natuurlijk neemt hij zijn ziel – ook al kan hij zich niets herinneren van zijn vorige leven of levens – met zich mee. En dat kan de nodige moeilijkheden en beproevingen opleveren. Hij moet dan wel, met Gods hulp, de vroegere fouten en beperkingen afleggen en alles eraan doen om wel een kind van God te worden. Moet hij dan een kwezel in het geloof worden? Nee, het tegendeel! Hij moet wel de goddelijke eigenschappen van naastenliefde, deemoed, zachtaardigheid en geduld – naast een grote liefde voor God – eigen maken. Niet door dit uit te roepen en zichzelf op de borst te slaan van: “Kijk mij eens hoe goed ik ben’, want dat is eigenliefde, trots en hoogmoed. Nee, hij zal, in het verborgene, dus zonder zichzelf te verheerlijken, deze eigenschappen van liefde moeten hebben en toepassen. Het kan zijn dat andere mensen dit gaat opvallen en hem gaan roemen, maar zelf mag hij zich er nimmer op laten voorstaan, nog zichzelf roemen. Voor hem is de vrucht, het resultaat, van zijn daden, uit liefde gedaan, voldoende. Als zijn Vader God tevreden met hem is, is dat ruim voldoende beloning. En God laat dit weten, door zijn inwonende geest vrijer of zelfs vrij te maken, waardoor sommigen van hen, zelfs in het aardse leven, al wedergeboren kunnen worden in de geest en anderen, bij hun aardse overlijden, er niet ver vanaf zijn. Dan nu iets over de Drie-ene God. Vele mensen denken dan aan drie goden, die op de een of andere wijze samenwerken. Maar deze mensen hebben het mis. Want er is slechts één God. De Drie Personen van God zijn de Drie hoofdeigenschappen van God, die ook wij mensen hebben. De Vader is de Liefde van God, waarmee Hij de gehele Schepping gewild heeft. De Zoon is de Wijsheid van God, waarmee Hij de gehele Schepping geordend heeft. De Heilige Geest is de vaste, onbuigzame Wil van God, waarmee Hij de gehele Schepping met een krachtig ‘Er zij’ in het reële bestaan heeft gebracht. Ook wij mensen hebben deze eigenschappen, want er wordt geen mens geboren, zonder aangeboren liefde. En alle mensen hebben verstand, dus wijsheid, de een meer dan de ander, maar wel altijd aanwezig. En ook heeft ieder mens een vrije wil, eveneens zelfs even vrij als God Zijn Wil vrij is. Wat de reden was dat de lichtengel Lucifer, met zijn aanhang, tegen God in opstand kon komen en nu, volledig in duisternis gehuld, Satan genoemd wordt. Om ons terug te kunnen brengen naar God hebben ook wij mensen een volledig vrije wil. Ook engelen, die nooit Satan hebben gevolgd, kunnen mens worden. Maar ons menselijk lichaam is altijd uit de gevallen geesten genomen. En, omdat alle mensen die op Aarde wonen het zelfde echtpaar als voorouders hebben; Aam en Eva natuurlijk, zijn alle mensen potentiële kinderen van God, zolang wij zelf maar willen. Bedenkt wel; elke hond is een hond ongeacht het ras. En zo is elk mens een volledig mens, ongeacht in welk ras wij mensen hem hebben ingedeeld. Mozes heeft dit, in woorden die in die tijd gangbaar waren, aan het volk van Israël uitgelegd. En ook die mensen wisten dat er mensen van verschillende huidskleuren en rassen waren, maar Mozes vond het niet nodig om hieraan ook maar één woord vuil te maken, omdat de mensen van die tijd alle mensen als mens zagen. Wel had Mozes regels, wetten opgesteld die verboden om andere mensen te vermoorden. Ongeacht of dit kinderen waren of gekochte mensen, dus slaven. Want ook gekochte mensen, die het eigendom werden van andere mensen dan hun eigen ouders, zijn en blijven mensen en ook voor hen geldt het vijfde Gebod van God: Gij zult niet doden!. Mozes riep wel op om de Geboden en Leer van God te doen, want alleen dan zou het goed gaan met dit volk. God Zelf kwam als de Mens Jezus Christus op Aarde. Verwekt door de Wil van God – de Heilige Geest – in de Maagd Maria, en daarom waarlijk, ook als Mens, de Zoon van God. En Hij liet, nadat wij mensen Hem hadden doodgemarteld, Zijn Kerk na, waarvan Paulus één van de apostelen werd. En Paulus liet de Romeinen terecht weten dat iedereen, die zich laat leiden door de Geest van God dus Zijn Leer en Geboden gaat doen, kinderen zijn van God. Zij zijn geen slaven – ook als zij slaven zijn op Aarde – voor God zijn zij kinderen. En zo kan ieder mens, die dit wil, ook een kind zijn van God; simpel door Zijn Wil te doen in het aardse leven, dus Zijn Leer en Geboden te onderhouden, en daarom ook doen. Dat heeft Jezus Christus, dus God, nog een aan Zijn volgelingen bevestigd en dat is in het evangelie van vandaag te lezen. God  Zelf heeft daarmee de doop ingesteld in de Naam van de Drie-ene God: De Vader, de Zoon en de Heilige Geest. U weet, na het lezen van deze uitleg, wat daarmee bedoeld wordt. En de doop is heel belangrijk, want niemand, die niet gedoopt is, kan een bewoner worden van het hemelse Jeruzalem en daarmee een waar kind van God. Leef daarom allemaal als goedwillende christenen en dan zal, na de dood van het lichaam, uw toekomst in een hemel zijn. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering