Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.
Eerste lezing Jesaja 55, 6-9
Zoekt de Heer nu Hij zich laat vinden, roept Hem aan nu Hij nabij is. De ongerechtige moet zijn weg verlaten, de zondaar zijn gedachten; hij moet naar de Heer terugkeren - de Heer zal zich erbarmen - terug naar onze God, Die altijd wil vergeven. Uw gedachten zijn nu eenmaal niet Mijn gedachten, Mijn wegen niet uw wegen - is de godsspraak van de Heer - maar zoals de hemel hoog boven de aarde is, zo hoog gaan Mijn wegen uw wegen te boven en Mijn gedachten uw gedachten.
Tweede lezing Filippenzen 1, 20c-24.27a
Broeders en zusters, of ik leven moet of sterven, Christus zal in mij verheerlijkt worden. Voor mij toch is het leven Christus en het sterven een winst. Maar blijf ik leven, dan wacht mij vruchtbare arbeid. Daarom weet ik niet wat ik moet kiezen. Ik word naar twee kanten getrokken: ik verlang heen te gaan om met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste. Maar voor u is het nuttiger dat ik nog hier blijf. Alleen, gij moet een leven leiden dat het evangelie van Christus waardig is.
Evangelielezing Mattheüs 20, 1-16a
In die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis: 'Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij werd het met de arbeiders eens voor één denarie per dag, en stuurde ze naar zijn wijngaard. Rond het derde uur ging hij er weer op uit en zag nog anderen werkeloos op de markt staan. En hij zei tot hen: Gaat ook naar mijn wijngaard en ik zal u geven wat billijk is. En zij gingen. Rond het zesde en negende uur ging hij nog eens uit en deed hetzelfde. Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan. Hij zei tot hen: Wat staat ge hier de hele dag werkeloos? Ze antwoordden hem: Niemand heeft ons gehuurd. Daarop zei hij tot hen: Gaat ook gij naar mijn wijngaard. Bij het vallen van de avond sprak de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten. Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk één denarie; toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeengekomen denarie. Ze namen hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren en zeiden: Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen. Maar hij antwoordde één van hen: Vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor één denarie? Neem wat u toekomt, en ga heen. Ik wil aan degene die het laatst gekomen is, evenveel geven als aan u. Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies, of zijt ge kwaad omdat ik goed ben? Zo zullen de laatsten de eersten, en de eersten de laatsten zijn’.
Het thema van deze zondag is: ‘God is goed’. God is goed en dat ook niet anders, omdat God de Liefde Zelf is. En deze Liefde is ook het Leven van God. En, aangezien God oneindig is in elk opzicht, is alles wat naast en in God bestaat, door God geschapen. Want de oneindigheid van God betekent dat God, zowel in de ruimte als in de tijd oneindig is. Want God heeft nooit een begin gehad en zal ook nooit een einde kennen. God is werkelijk oneindig in de ruimte, wat de reden is dat er, buiten God, helemaal niets bestaat. Alles wat bestaat, bestaat daarom in God. Vandaar dat God de Schepper is van alles wat, ogenschijnlijk naast Hem bestaat; maar in werkelijkheid in Hem, want alles wat voor ons in de materie levende mensen dood, hard, heet of koud is, ook door God is geschapen. God is Geest, daarom waren Zijn eerste geschapen wezens allemaal geestelijk. Na de opstand van een deel van de engelen, onder leiding van Lucifer, die heden Satan wordt genoemd, tegen God en Zijn Orde in, werd, als gevolg van hun eigen handelingen, de opstandelingen gevangen genomen in de materie. In de, door ons mensen, ontdekte opbouw van elke atoom, is daarvoor het ultieme bewijs te vinden. Want zie, in elke atoom – van de zachtste tot en met de hardste en meest dood lijkende materie aan toe, is er altijd een kern, met daaromheen één of meer ronddraaiende deeltjes waarneembaar, met een ogenschijnlijke lege tussenruimte. Hoe kan dat? De enige logische verklaring is dat de zogenaamde ‘lege tussenruimte’ gevuld is met een geestdeeltje, die doorlopend in beweging is. En al die atomen bij elkaar, die samen de gehele materie volgen, is daarom inderdaad de gevangenis van de met Lucifer gevangen engelen, die daar al, alleen God weet hoelang, daarin gevangen zitten en alleen Go weet hoelang nog gevangen zullen zitten. Ook ons eigen menselijke lichaam bestaat uit materie en is daarom opgebouwd door ontelbaar veel atomen. Maar, zoals eerder gesteld, God is goed! Daarom is het voor God ondenkbaar dat deze gevangen geesten (engelen zijn geesten) oneindig lang in de materie gevangen zullen blijven. Daarom is God, overal waar materie bestaat, bezig om deze gevangen geesten te bevrijden, langs de weg van mineralen, planten, dieren en mensen. Wij mensen van deze Aarde zijn niet alleen uitverkoren om weer engelen te worden, maar zelfs kinderen van God, die de Vader van ons allen wil zijn. Want zie, onze planeet is de gevangenis van de leider van de opstand van de engelen, Lucifer/Satan geworden. Daarom ook is de resterende macht van de opperste demon op onze Aarde het grootst. En juist, vanwege de grote verleidingen van Satan, wil God van ons mensen van deze Aarde Zijn kinderen maken. Maar wel uit onze eigen vrije wil! Daarom zijn wij mensen van deze Aarde ook absoluut vrij in ons willen, opdat wij in alle vrijheid kunnen kiezen voor God, onze Vader, of Satan, die van ons mensen zijn slaven wil maken. Vanwege de nog resterende kracht van Satan – die wij absoluut niet moeten onderschatten – is God Zelf op onze Aarde komen wonen, om door de grenzeloze hoogmoed van Satan een even grenzeloze deemoed tegenover te stellen. Daarom is Satan, na de dood en Verrijzenis van onze Heer, God en Vader, Jezus Christus, van de macht, die hij voor de geboorte van Jezus Christus nog had, grotendeels beroofd, door zijn eigen handelen en die van zijn aanhangers, op zijn bevel. Jezus Christus is daarom echt onze Verlosser, want na Zijn leven op onze Aarde, zijn wij mensen geheel vrij om ons geheel van Satan te verwijderen, door Zijn Leer en Geboden te gaan volgen en de doen in ons leven op Aarde. Wie dit daarom zal doen, die komt vrij van elke invloed van Satan en zal een kind van God kunnen worden. Omdat hij zich zal gedragen als een kind tegenover God, die de Wil van zijn Vader altijd en onder elke omstandigheid wil doen. War hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Wij mensen leven heden in een tijd dat de meeste mensen zich van God hebben afgekeerd en niets met Hem te maken willen hebben. De meeste mensen denken dat andere mensen de wijsheid in pacht hebben en luisteren naar hen, meer dan naar God Leer en Geboden. In werkelijkheid zijn vele van deze ‘wijze’ mensen onder de invloed van Satan en spelden hun medemensen, omwille van roem, eer, macht en rijkdom, vele leugens op de mouw. Maar God laat zich nog steeds vinden! Wie serieus zoekt zal vinden en wie bij God aanklopt zal worden opengedaan. Vraag God om inzicht en vee leugens zullen worden opgeklaard, zodat de Waarheid vanuit God zichtbaar zal worden. Bedenk echter wel dat God een oneindig Wezen is en wij mensen eindige wezens, die een begin hebben gehad en, lichamelijk, een einde zullen kennen. Daarom zijn Gods Gedachten en Gods Wegen nooit onze gedachten en wegen, maar zij zijn ver boven onze opvattingen en begrijpen verheven. En Paulus heeft nog steeds gelijk; hoe lang wij mensen op Aarde moeten leven en werken, weet God alleen. Wanneer het onze tijd is – ongeacht of wij door onze daden duivels of kinderen van God en zijn geworden en alles wat ertussenin zit – dat sterven wij naar het lichaam en begint voor ieder van ons het eeuwige leven. Waar wij in het hiernamaals terecht komen, hebben wij te danken aan onze eigen beslissingen, uit eigen vrije wil genomen, hier op Aarde. Daar hoeft u nimmer wie dan ook anders voor te bedanken, dan alleen uw eigen vrije wil. Om ons mensen te helpen bij onze keuzes, zonder enige dwang op te leggen, heeft ons mensen, van alle tijden, Zijn Wil en Geboden gegeven. Vaak in aards klinkende verhalen, waar een diepe geestelijke betekenis achter zit. Neem nu het evangelie van vandaag, waarbij alle arbeiders het zelfde loon kregen; zij die slechts één uur hadden gewerkt kragen hetzelfde als diegenen, die vanaf zonsopgang hadden gewerkt. In menselijke verhoudingen lijkt dat onrechtvaardig. Maar is dat ook zo? Kijk, in geestelijke betekenis zijn de kinderen van God, die in tijden en plaatsen hebben geleefd dat geloof en het volgen van Gods Geboden vanzelfsprekend was, eigenlijk bevoordeeld boven die mensen die in tijden en plaatsen hun aardse leven door brachten tijdens vervolgingen, martelingen en voortijdige dood, vanwege hun overheden. Zij zijn het die een veel hardere strijd hebben moeten voeren om hun geloof en vertrouwen op God vast te kunnen houden. Zij hebben in de wijngaard van hun Heer en God op Aarde de hitte van de zon – de vervolgingen van hun medemensen – hebben moeten doorstaan. Maar zij zullen niet meer krijgen dan diegenen, die God trouw zijn gebleven in hun doen en laten in gemakkelijke tijden en plaatsen. Immers, wie in zaligheid leeft als kind van God – of een zalig schepsel – die kan onmogelijk nog zaliger worden, als een ander minder zalig dan zij zelf zouden worden. En in de hemel bestaat naijver en jaloersheid niet, want geesten die dit van de Aarde af hebben behouden, komen gewoonweg de hemel niet in. In de hemel is alleen de liefde tot God en de daar levende naasten die het leven regelen. En in liefde zit niets anders dan goedheid voor de naaste, zoals God goed i voor al Zijn schepselen en, natuurlijk ook, Zijn kinderen. Voor elk mens, die Gods Leer en Geboden geleefd, dus gedaan heeft, is de eeuwige toepkomst een hemel in alle zaligheid. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem onze toekomst in eeuwigheid, als Gods kinderen. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal zullen aantreffen.
Amen.
Cor Huizer.