Religie

Schriftuitleg van zondag 14 april 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Handelingen 3, 13-15.17-19

In die dagen zei Petrus tot het volk: ‘De God van Abraham, Izaäk en Jacob, de God van onze vaderen, heeft zijn die­naar Jezus verheerlijkt, die gij hebt overgeleverd en voor Pilatus verloochend, ofschoon deze geoordeeld had Hem in vrijheid te moeten stellen. Maar gij hebt de heilige en gerechte verloochend, en als gunst de vrijlating van een moordenaar gevraagd. De vorst des levens daarentegen hebt gij gedood. God heeft Hem evenwel uit de doden doen opstaan; daarvan zijn wij getuigen. Maar ik weet, broeders, dat gij in onwetendheid gehandeld hebt, evenals uw overheden. Maar wat God tevoren had aangekondigd bij monde van alle profeten, dat zijn Messias zou sterven, heeft Hij zo in vervulling doen gaan. Bekeert u dus, en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist’.


Tweede lezing 1 Johannes 2, 1-5a

Vrienden, ik schrijf u met de bedoeling dat gij niet zoudt zondigen. Maar ook al zou iemand zonde bedrijven: we hebben een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, die geheel zondeloos is, die al onze zonden goedmaakt en niet die van ons, maar die van de hele wereld. Hoe weten wij dat wij God kennen? Er is maar één bewijs: dat we ons houden aan Zijn geboden. Wie zegt dat hij Hem kent, maar zich niet stoort aan zijn geboden, is een leugenaar; in zo iemand woont de waarheid niet; maar in een mens die ge­hoorzaam is aan Gods woord heeft zijn liefde werkelijk haar volmaaktheid bereikt.


Evangelielezing Lucas 24, 35-48

In die tijd vertelden de twee leerlingen wat er onderweg gebeurd was en hoe Jezus door hen herkend werd aan het breken van het brood. Terwijl ze daarover spraken, stond Hijzelf plotseling in hun midden en zei: ‘Vrede zij u’. In hun verbijstering en schrik meenden ze een geest te zien. Maar Hij sprak tot hen: ‘Waarom zijt ge ontsteld en waar­om komt er twijfel op in uw hart? Kijkt naar mijn handen en voeten: Ik ben het zelf. Betast Mij en kijkt: een geest heeft geen vlees en beenderen zoals ge ziet dat Ik heb’. En na zo gesproken te hebben, toonde Hij hun zijn handen en voeten. Toen ze het van vreugde en verbazing niet konden geloven, zei Hij tot hen: ‘Hebt ge hier iets te eten?’. Zij reik­ten Hem een stuk geroosterde vis aan; Hij nam het en at het voor hun ogen op. Hij sprak tot hen: ‘Dit zijn mijn woorden, die Ik sprak toen Ik nog bij u was: Alles moet ver­vuld worden wat over Mij staat in de Wet van Mozes, in de profeten en in de psalmen’. Toen maakte Hij hun geest toe­gankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Hij zei hun: ‘Zó spreken de Schriften over het lijden en sterven van de Messias en over zijn verrijzenis uit de doden op de derde dag, over de verkondiging onder alle volkeren, van de bekering en de vergiffenis der zonden in zijn naam. Te begin­nen met Jeruzalem moet gij van dit alles getuigen’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Voorbij de twijfel’. Wij mensen moeten voorbij gaan aan de twijfel of God wel of niet bestaat. Want, zou God niet bestaan, dan bestond er helemaal niets! Dus ook wij niet! God is immers de Enige die nooit een begin heeft gehad en nimmer een einde zal hebben. De oneindigheid is niet dood en leeg, maar gevuld met God, die deze oneindigheid is. En alles wat in de oneindigheid is, is door God geschapen. Want God is de Geest, waarin alles wat er buiten Hem ogenschijnlijk maar bestaat, door en in Hem is geschapen. En, omdat God nooit een begin heeft gehad, zijn de eerste schepselen Gods ook, voor onze begrippen, oneindig ver in het verleden ontstaan. En die schepselen onttrekken ook aan onze materiële waarnemingen, omdat die geestelijk zijn. Want, omdat God een Geest is, heeft God eerst de geestelijke wereld geschapen. Waar, zonder twijfel al een aantal afgeronde Scheppingen van bestaan. In de Scheppingsperiode waar wij nu in leven, was de engel Lucifer tegen God in opstand gekomen. Gewaarschuwd door God wat het vastgestelde gevolg van zijn opstand zou zijn, heeft God hem en al zijn volgelingen gevangen genomen in de materie. Lucifer heeft nu een andere naam, Satan! En wij mensen zijn allemaal, wat ons lichaam betreft – en in het merendeel ook wat onze ziel betreft – afkomstig van deze gevallen geesten/engelen. En deze materiële Schepping, die veel groter is dan wij kunnen constateren, is de gevangenis van alle, met Lucifer/Satan gevallen geesten. God is bezig zich over deze zelfverklaarde vijanden van God te ontfermen en dat doet God reeds vele miljarden, misschien zelfs biljoenen of triljoenen aardse jaren, door hen uit de harde materie vrij te maken, door middel van mineralen, planten, dieren en mensen. Alles wat lager geschapen is dan mensen, die worden bestuurd door Gods Almacht. Maar wij mensen staan op het punt om opnieuw opgenomen te worden in de geestelijke wereld, waar wij allemaal vandaan zijn gekomen. Waar in de geestelijke wereld mogen wij zelf uitmaken door de aan ons mensen geschonken vrije wil. Daarom worden wij door God bestuurd met Gods Liefde en mogen wij ons, evenals de geesten, die gevangen genomen zijn in de materie – ons aller vroegste bestaan – ons ook tegen God keren. Daarom hebben wij mensen een proefleven op Aarde gekregen. Wij mogen de duivels blijven, die wij van oudsher waren, maar ook uitgroeien tot ware kinderen van God, door Gods Wil te doen, door Gods Leer en Geboden te gaan doen. Daartoe zijn wij mensen van deze Aarde geroepen, allemaal geroepen, niemand uitgezonderd. Of wij werkelijk ware kinderen van God zullen worden, is geheel afhankelijk van onze eigen keuzes in ons leven. Gehoorzamen wij God door te doen wat Hij Wil van ons – door te doen wat Hij ons heeft aangeraden, door Zijn Leer en Geboden aan ons te openbaren en voor te leven, in het leven van Gods Zoon Jezus Christus – dan zullen wij uitgroeien tot ware kinderen van God. En laat er geen misverstand over bestaan; Jezus Christus was als Mens de Zoon van God – in Maria door de Wil van God, de heilige Geest, verwekt – maar in Zijn inwonende Geest is Hij volledig God. Daarom is ook de Naam van God Jezus! God duidt de Ongeschapen Geest van God aan, maar Jezus de ware Persoonlijkheid van God. Ik hoef niet te schrijven Dezelfde God, want er bestaat in werkelijkheid maar één God; er is en zal nooit een andere god bestaan, alle andere wezens, of fantasieën, die mensen god noemen, zijn nooit een god, maar hoogstens een schepsel van God, zoals ieder van ons ook een schepsel van God is. En ja, Satan laat zich graag, onder vele namen, god noemen, maar hij is een leugenaar! En terwijl de echte God, die een Vader is voor Zijn schepselen – vooral voor alle mensen – is Satan een vernietiger van alle mensen, zowel lichamelijk als geestelijk.  Vroeger en ook heden worden, onder verschillende namen, vele mensenoffers gebracht, maar wel allen aan Satan, nooit aan God. God heeft enkel, om de macht van Satan over ons mensen te breken en ons te verlossen, Zijn eigen Zoon, Jezus Christus aan een kruis geofferd. Maar als Mens heeft Jezus Christus – inziende wat het geestelijke gevolg zou zijn voor ons mensen, er vrijwillig mee ingestemd. Zo groot was en is de Liefde van Jezus Christus voor ons mensen, dat Hij Zijn Menselijk leven gaf voor al Zijn medemensen! Daarom is Hij voor ieder van ons mensen de meest Naaste! En wat doen wij mensen van deze tijd? Wij verwerpen Hem massaal, zodat wij denken allerlei zware zonden straffeloos te mogen begaan. Zolang wij op Aarde leven kunnen wij, door onze eigen vrije wil, onze gang gaan, maar het resultaat, indien wij op Aarde geen spijt ervan hebben en God om genade smeken, is altijd zeer nadelig voor ons; de meest hardnekkige mensenzielen mogen wonen waar Satan woont, namelijk in de hel. De mensen, die nog iets goeds gedaan hebben in hun aardse leven, mogen wellicht door Gods genade in het Vagevuur terecht komen, maar de hemel is zolang uitgesloten totdat zij al het kwade uit zich verwijderd hebben. Daarom hield Petrus de joden een spiegel voor, dat zij zelf schuldig waren aan de marteldood van Jezus Christus. Maar dit deden omdat zij misleid waren en uit onwetendheid hadden gehandeld. En, wanneer zij hun leven zouden verbeteren, dan kon deze zonde, die zwaar op hen drukte, door God in Jezus Christus hen vergeven worden. Maar natuurlijk alleen als zij zich van hun kwade wegen zouden afkeren. Zoals ook wij, mensen van onze tijd, ons altijd – zolang wij op Aarde leven – ons kunnen verbeteren door, in daden van liefde voor God en onze medemensen, onze naasten,  door voortaan de Leer en de Geboden van God in Jezus Christus te gaan doen. Want wij hebben, zoals de apostel Johannes in zijn eerste brief schreef, een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, die geheel zondeloos , die al onze zonden goedmaakt en  niet alleen die van ons maar die van de hele wereld. Maar dan zal ieder mens, die zich wil verbeteren, wel moeten gaan doen wat God van ons mensen wil. In het evangelie staat geschreven over twee mannen, die Jezus Christus persoonlijk kenden, Hem na Zijn Verrijzenis herkenden aan het breken van een brood. Maar ook wij, mensen van onze tijd, kunnen Jezus Christus beter leren kennen. Zo was ik, op middelbare leeftijd, voor het eerst in de Bijbel gaan lezen en wel het Nieuwe Testament. Maar van de evangeliën begreep ik niet veel. Daarom vroeg ik aan Jezus Christus: ‘Jezus ik begrijp de Bijbel niet. Geef mij alstublieft een beetje inzicht, zodat ik wel begrijp wat er geschreven is’. Dat opende voor God de weg, omdat ik daar zelf om gevraagd had en dit dus niet geschiedde tegen mijn eigen wil in, om mij heel veel inzicht te geven in Zijn Openbaringswerken en niet alleen de Bijbel, maar ook andere Openbaringen van God. Maar wij mensen moeten wel zelf aangeven dat wij open willen staan voor het Woord, de Openbaringen van God. Doen wij dat, dan kan God ons de ene genade na de andere geven. En, als wij dan gaan doen wat wij van God hebben geleerd, dus Zijn Leer en Geboden doen, door deze in de praktijk van ons dagelijks leven te brengen, dan kan God ons voorbereiden op onze geestelijke toekomst na dit lichamelijk leven op Aarde. Dan  wacht ons, na het lichamelijk overlijden, een hemel op ons. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering