Religie

Schriftuitleg van zondag 7 januari 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Jesaja 60, 1-6

Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op, en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Want zie, duisternis bedekt de aarde, het donker de volkeren, maar over u gaat de Heer op, en zijn glorie is boven u verschenen. Volken komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad. Sla uw ogen op, en zie om u heen: van overal stromen ze naar u toe; uw zonen komen van verre; uw dochters draagt men op de arm. Bij het zien hiervan zult gij met blijdschap worden vervuld, en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde. Want de schatten der zee gaan over in uw bezit; de rijkdommen der volken worden aan u afgedragen. Een zee van kamelen be­dekt u, jonge kamelen van Midjan en Efa. Alle bewoners van Sjeba trekken naar u toe; ze voeren goud en wierook aan, en verkondigen luide de roem van de Heer.


Tweede lezing Efeziërs 3, 2-3a.5-6

Broeders en zusters, gij hebt toch vernomen hoe zich de genade Gods heeft verwezenlijkt, die mij met het oog op u gegeven is; door openbaring is mij de kennis van het ge­heim meegedeeld, zoals ik het reeds in het kort heb be­schreven. Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekendgemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en pro­feten: dat de heidenen in Christus Jezus mede-erfgenamen zijn, medeleden en mededeelgenoten van de belofte door middel van het evangelie.

Lezing Matteüs 2, 1-1

Toen Jezus te Bethlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het Oosten en vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Jo­den? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen’. Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: ‘Te Bethlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij Bethlehem landstreek van Juda, gij zijt vol­strekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël. Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Bethlehem  met de opdracht: ‘Gaat een zorgvuldig onder­zoek instellen naar het kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan opdat ook ik het hulde kan gaan brengen’. Na de koning aanhoord te hebben, vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het Oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, ver­trokken zij langs een andere weg naar hun land.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Begroet en ontmoet’. Begroet God in Jezus Christus in uw leven, door Zijn Leer en Geboden te gaan doen, en u zult Hem ook ontmoeten in vele hemelse genaden in uw leven. Niemand, die zich oprecht bekeert tot God zal door God afgewezen worden. Iedereen die God wil begroeten en ontmoeten, door Zijn Wil van liefde te gaan doen, is bij God welkom. God kent ieder mens veel beter, dan dat een mens zichzelf kan kennen, want God kent de voorgeschiedenis van elke mens, van ver voor zijn geboorte. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Bij ons mensen is de vroegste herinnering van wanneer wij al ouder zijn dan twee jaar. Daarvoor is er geen herinnering van het aardse leven, laat staan van ervoor. Terwijl het leven, voor dit aardse leven op Aarde wel degelijk deel uitmaakt van onze persoonlijkheid. Want ieder mens op Aarde heeft ervaringen opgedaan voor zijn aardse leven als mens van deze Aarde. En diep in onze ziel blijven de ervaringen van vroegere levens bewaart, al kunnen wij ze niet meer herinneren. Even enkele voorbeelden. De meeste mensen stammen geheel van deze Aarde af en hun ziel is opgebouwd uit voorgaande levens van planten en dieren, die na hun dood, zijn samengevoegd en uiteindelijk een mensenziel gaan uitmaken. De vroegere ervaringen van deze ziel blijft weliswaar in deze ziel, maar kan onmogelijk herinnert worden. Maar deze ziel zal wel in eerste instantie zeer aards zijn, want zijn geschiedenis ligt in vele aardse vormen, voordat hij als een mensenziel gevormd is. Toch is hij geroepen, zoals elke mens die op deze Aarde geboren wordt, om uit te groeien tot een kind van God. Vanwege de aardse gesteldheid van de ziel, kan het zijn dat hij meerdere keren op Aarde moet worden geboren, alvorens een waar kind van God te worden en te zijn. Iets wat hij zich nooit zal herinneren. Alleen door een speciale genade van God kan er een waar vermoeden van bestaan. Maar er zijn ook mensen op Aarde, die niet van de Aarde afstammen. Deze mensen komen van andere werelden en hebben, in hun leven daar, ervoor gekozen om op Aarde te gaan leven, uit eigen vrije wil. Ook zijn er engelen uit de hemel, die op Aarde een aards leven gaan leiden. De bekendste is wel Maria, de Moeder van God. Want u denkt toch hopelijk niet dat God Mens is geworden bij een zondige vrouw? Nee, Gods Moeder moest een hoge engelgeest zijn, die werkelijk Maagd was naar lichaam en ziel en zonder zonde was. Alleen zo’n zuivere vrouw kon het lichaam en de ziel dragen van God, die op Aarde wilde incarneren als de Mens Jezus Christus. Die mensen, die ofwel eerder mens waren op een andere wereld, ofwel rechtstreeks uit de hemel kwamen, zijn natuurlijk zuiverder en geestelijker dan de mensen die op onze Aarde gevormd zijn uit planten en dieren. Maar de uiteindelijke bestemming van beide groepen van mensen is uiteindelijk dezelfde: een kind van God worden! In ons huidige heden zijn de meeste mensen op Aarde in de valstrikken van Satan getrapt, waardoor onze Aarde eerder op de hel lijkt, dan op de hemel. Het is zoals in de tijd van Noach; de liefde op Aarde is verkilt tot ver beneden het vriespunt en de mensen willen God niet meer. Daarom worden de meest smerige zonden als genadegaven verspreid en toegepast. Een mensenleven heeft, voor onze machthebbers, geen enkele waarde meer en wij mensen worden – vaak met onze eigen medewerking – massaal vermoord. En zo niet vermoord, dan wel worden alle vrijheden – behalve het plegen van de meest afgrijselijke zonden – van ons af genomen, inclusief het leven in een redelijke welvaart. In de tijd dat God in Jezus Christus op onze Aarde kwam, om ons de blijde boodschap van Zijn genadevolle Leer te leren, was ook alle liefde op Aarde verdwenen bij de meeste mensen. En God kwam toen Zelf om ons mensen te redden. En ook in onze tijd zal God Zelf komen om ons mensen te redden, maar niet meer als Mens, maar als God. En Hij komt in ons leven nog vóór 2030, om te oordelen over levenden en doden. Om te oordelen over hen, die bereid zijn, uit vrije wil, om God in Jezus Christus te volgen of te gaan volgen en hen, die Satan en de hel verkiezen boven God, die hen hun aardse leven gaf en die hun ziel een oneindig leven kàn geven, als de mens dit uit eigen vrije wil Hem toestaat, door Gods Leer en geboden te gaan leven, dus te gaan doen. Om zoveel mogelijk zielen de hel te besparen, die hen zou wachten door hun eigen daden, komt er, nog voor de Derde Wereldoorlog, een algemene Waarschuwing, aan alle mensen tegelijkertijd, hoe wij mensen er in Gods ogen voorstaan. Wie zich dan bekeert, en niet terugvalt in zonden, is gered voor het eeuwige leven in het Rijk Gods. Want de profetie van Jesaja, geldt ook voor onze tijd. ‘Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op, de glorie van de Heer begint over u te schijnen’. Jeruzalem betekent de plaats waar God woont. En God woont het liefst in de harten van mensen, die Hem zijn toegedaan en Hem daarom in woorden, maar meer nog in daden, aanbidden en Zijn Wil van liefde doen. God liefhebben boven alles en de medemensen, de naasten, liefhebben als zichzelf. De Zon is natuurlijk God Zelf en Zijn licht is her licht van ons geloof in Hem, doordat wij Zijn Leer en Geboden gaan doen. De rest van de eerste lezing van vandaag, geeft aan dat de bekeerden en zij die reeds bekeerd zijn, vele geschenken van God zullen verkrijgen, maar het hoogste geschenk is wel het kindschap van God Zelf. Want wij heidenen van onze tijd zijn, in Christus Jezus, mede-erfgenamen en medeleden en mededeelgenoten van de belofte van God in Jezus Christus door middel van het evangelie, die verhalen over het aardse leven van God als de Mens Jezus Christus, die waarlijk volledig Mens en volledig God was en is. Maar wij mensen zijn werkelijk absoluut vrij in ons eigen willen. Neem nu koning Herodes. Hij wist donders goed naar Wie de Wijzen uit et oosten vroegen naar de pasgeboren Koning der joden. Want hij vroeg aan de hogepriesters en schriftgeleerden waar de Christus geboren moest worden. Maar noch hijzelf, noch de hogepriesters en schriftgeleerden kwamen op het idee om zelf grote eer te gaan bewijzen aan het Goddelijke Kind. Integendeel, Herodes smeedde het plan om, ook zijn, pasgeboren God te vermoorden. De Wijzen uit het oosten kwamen met zuivere bedoelingen om, ook hun God, te aanbidden en brachten geschenken mee. Maar zij mochten niet via Jeruzalem terugreizen. Dat Jezus, met Maria Zijn moeder en met Jozef vervolgens uitweken naar Egypte, was geen vlucht, maar barmhartigheid tegenover de duivel Herodes. Want, had Herodes Hem in Bethlehem gevonden, dan war het slecht afgelopen… met Herodes. Want God was niet op Aarde gekomen om Zich al als pasgeborene te laten vermoorden en er bestaat nergens een grotere macht dan die van God; noch op Aarde, noch waar dan ook in de gehele oneindigheid. Herodes liet vervolgens zien hoezeer hij Satan was toegedaan, door dan maar alle mannelijke kinderen van twee jaar en jonger in Bethlehem te vermoorden. En zo als Herodes was, zo zijn ook de huidige machthebbers, die denken dat zij alles mogen doen met hun medemensen. En ja, ook zij hebben van God een absoluut vrije wil gekregen. Maar als zij zich niet bekeren tot God, dan is hun toekomst in de hel verzekerd. Zoals van alle boosdoeners, die uit hun hoogmoed denken alles te mogen doen, wat slecht is in Gods ogen. Maar alle mensen die, op tijd tijdens hun leven op Aarde, Gods Leer en Geboden gaan volgen, zijn gered voor eeuwigheid in Gods Rijk en in een hemel, na hun aards overlijden. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering