Religie

Schriftuitleg van zondag 12 mei 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Handelingen 1, 15-1 7.20a.20c-26

die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep van ongeveer honderd twintig personen bijeen -, en sprak: ‘Mannen broeders, het Schriftwoord moest in vervulling gaan dat de heilige Geest door de mond van David tevoren gesproken heeft over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus gevangennamen. Hij behoorde tot ons getal, en had aan dit dienstwerk zijn deel gekregen. Er staat immers geschreven in het boek der Psalmen: Een ander neme zijn ambt over. Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis’. Men stelde er twee voor: Jozef, ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus, en Matthias Toen baden zij als volgt: ‘Gij, Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren om de plaats te bezetten in dit dienstwerk en apostelambt, waaraan Judas ontrouw werd om heen te gaan naar zijn eigen plaats’. Toen liet men hen loten, en het lot viel op Matthias Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.


Tweede lezing 1 Johannes 4, 11-16

Vrienden, als God ons zozeer heeft liefgehad moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. Dit is het bewijs dat wij in Hem verblijven zoals Hij verblijft in ons, dat Hij ons deel heeft gegeven aan zijn Geest. En wij, wij hebben gezien en wij getuigen dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden om de heiland van de wereld te zijn. Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God. Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft en wij geloven in haar. God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem.


Evangelielezing Johannes 17, 11b-19

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: ‘Heilige Vader, bewaar in uw naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hun uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat omdat zij niet van de wereld zijn zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld zoals Ik niet van de wereld ben. Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt zo zend Ik hen in de wereld, en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in de waarheid aan U toegewijd mogen zijn’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Orde op zaken’. Orde op zaken stellen is het vooruitlopen op toekomstige zaken, die wel alvast geregeld moeten worden, opdat zij het verlangde resultaat kan bereiken. Dit is iets wat nadenkende mensen reeds doen met hun materiële belangen. God doet dit ook! God, Wiens Wijsheid boven alle geschapen wijsheid uit gaat, stelt ook orde op toekomstige ontwikkelingen, welke God kan overzien, omdat Hij in de toekomst kan kijken. Hij weet wat er over duizenden aardse jaren op Aarde zal gaan gebeuren. Hebben wij mensen dan geen vrije wil gekregen? Jawel, daarom stelt God ook niet de precieze tijd vast, maar laat deze mate van ontwikkeling aan ons mensen over. Maar deze tijd van massaal geloofsafval heeft God wel degelijk duizenden jaren geleden voorzien. Want reeds in het Oude Testament, de tijd voor de komst van God in Jezus Christus op onze Aarde, staan al verwijzingen naar de Eindtijd, waar wij heden in leven. En dat Jezus Christus zal wederkomen, staat ook al in het Nieuwe Testament, want Jezus Christus heeft daar tijdens Zijn aardse leven over gesproken. God voorziet alles en Hij heeft de plannen, om zoveel mogelijk mensen van de geestelijke dood te redden, al heel lang geleden gemaakt. Wie van ons mensen gered kunnen worden door God, dat ligt weer volledig aan onze eigen vrije wil. Wie, ondanks alle waarschuwingen niet gered wil worden, die mag doorgaan met zijn eigen geestelijke zelfmoord en met zijn aardse leven. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. De geestelijke zelfmoord is het zelf verknoeien van het oneindige leven in het hiernamaals, ten behoeve van de kortdurende aardse vermeende voordelen. Maar dan komt de ziel helemaal met niets aan in het hiernamaals. Want hij heeft zijn liefde omgezet in puur eigenliefde, dus egoïsme. Terwijl wij mensen van deze Aarde geschapen zijn om kinderen van God te worden uit eigen vrije wil. Welnu, God is Liefde en om een kind van God te worden en daarna te zijn, zullen wij mensen ons moeten richten in al onze daden op de liefde voor God en voor onze naasten, onze medemensen. Wie zijn liefde vernauwt tot enkel zichzelf, die doet wat Satan/Lucifer heeft gedaan met al zijn aanhangers. De engel Lucifer, die een engel van licht was, heeft zich door zijn eigen wil omgevormd tot de heerser van de duisternis, de heerser van de hel. Maar in de hel is geen spoor van liefde en daarom van leven te vinden. Want, omdat God Liefde is en deze Liefde ook het Leven van God is, is daar waar geen liefde te vinden is – de hel – ook geen spoor van leven te vinden. En ja, ook duivels bewegen vanwege de goedheid van God, maar hoe armzalig zijn deze duivels wel niet. Want waar geen liefde en leven is, is een doorlopende oorlog tussen alle helbewoners bezig, omdat zij geen andere duivel ook maar iets gunnen. Tijdens ons aardse leven kunnen wij mensen, uit onze eigen vrije wil, bepalen wie wij volgen; God in Zijn liefde voor al Zijn schepselen, of Satan die helemaal geen liefde heeft. Wie zijn leven op Aarde verknoeit door de wegen van Satan te volgen, die loopt een zeer grote kans om in de hel te eindigen. Wie echter op Aarde de Leer en de Geboden van God in daden omzet, die kan heel gemakkelijk het kindschap van God bereiken, waarvoor wij op onze Aarde zijn voorbestemd. Wij mensen zullen daarom ook orde op zaken moeten stellen. Ik bedoel hiermee geen aardse zaken, maar de vrije keus moeten maken tussen de dwaalwegen van Satan, of de Weg naar het kindschap van God. Een keuze letterlijk van levensbelang! Want wat wij mensen hier doen op Aarde, dat heeft zijn gevolgen voor ons eeuwige, nooit eindigende, leven in het hiernamaals. Daarom kan ik iedereen aanraden om wijs te kiezen. En de meest wijze keuze is te kiezen voor God en Zijn barmhartige genade, die ons mensen naar Zijn kindschap voert. Want alles wat op Aarde met ons mensen geschied, is van tijdelijk belang en duurt nooit langer dan ons aardse leven. Wie aardse rijkdom nastreeft, kan daar op Aarde van genieten, maar hij kan niets meenemen naar het hiernamaals. Want het enige wat in het hiernamaals telt, of u daar rijk of arm aankomt, is de liefde voor God en de naasten, de medemensen. Judas Iskariot hoopte bij Jezus Christus op aardse rijkdom en macht. En om Jezus Christus te dwingen, die geen aardse koning wilde worden na de zegenrijke intocht in Jeruzalem, werd hij een verrader, die zijn Meester verkocht voor de prijs van een slaaf. Toen hij zag dat Jezus Christus Zijn macht niet gebruikte om Zijn belagers te verdelgen, kreeg hij spijt, gooide de koopsom voor de voeten van de Tempelheren en verhing hij zich. Dit was al door koning David voorzien en er moest daarom een opvolger van Judas worden benoemd, waar de eerste lezing over gaat. Judas had nooit begrepen dat de boodschap van Jezus Christus een boodschap van liefde was en is. Dat de liefde voor elkaar, de naastenliefde , maakt dat God in ons woont en dat wij zo volmaakt kunnen worden, zoals onze Vader in de hemel volmaakt is. God is bij ons komen wonen in Jezus Christus, om ons Zijn Leer en Geboden te verduidelijken. En Jezus Christus is als Mens inderdaad de Zoon van God; immers God heeft Hem verwekt in de maagd Maria, door Zijn Wil, de heilige Geest. Daarom is God de Vader – niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk – de Vader van Jezus Christus en daarom is Jezus Christus als Mens de Zoon van God. Maar elke mens op Aarde heeft een inwonende geest, die het hem mogelijk maakt om een kind van God te worden, indien hij de wedergeboorte in de geest kan bereiken. Jezus Christus echter had en heeft de volheid van God Zelf als Zijn inwonende Geest. Daarom was en is Hij de enige levende, ware God die er bestaat, waar dan ook in de oneindige ruimte. Want God Zelf heeft Hemzelf met Jezus Christus voor alle eeuwigheden als Zijn, voor al Zijn schepselen, zichtbare God gemaakt. Want voor de geboorte van Jezus Christus was God voor al Zijn schepselen onzichtbaar; Zijn Menswording had tot doel om zichtbaar te worden voor Zijn schepselen. Jezus bad voor Zichzelf, voor Zijn leerlingen en voor alle gelovigen, alvorens de zaal van het laatste avondmaal te verlaten. Want, iedereen die Hem lief had, zou zwaar moeten meelijden met wat Hem de komende dag zou geschieden; Zijn marteldood aan het kruis. Daarom bad Hij als Mens tot Zijn Vader, God, om kracht voor allen, die onder Zijn martelingen en dood zouden meelijden. In het evangelie van vandaag staat een gedeelte van Zijn gebed voor Zijn leerlingen. Hij immers wist wat er zou gaan gebeuren en moest, ook als Mens, ermee instemmen om zwaar te lijden voor ons mensen. Hij wist ook dat Hij, door Zijn lijden en dood, miljarden mensen uit de klauwen van Satan zou redden; en wel omdat Hij de macht van Satan over ons mensen zou breken, door Zijn grote deemoed en offerbereidheid. Na deze dood en de daarop volgende Verrijzenis zijn wij mensen vrijer om Satan af te wijzen en God te gaan volgen, zonder onze eigen vrije wil te verliezen. Wie God volgt in zijn daden van liefde, zal na dit aardse leven een hemel vinden. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering