Religie

Schriftuitleg van maandag na Pinksteren 20 mei 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:


Eerste lezing Genesis 3, 9-15.20

Nadat Adam in de tuin van Eden van de boom gegeten had riep de Heer de mens en vroeg hem: ‘Waar zijt gij?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik ban, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen’. Maar God de Heer zei: ‘Wie heeft u verteld dat ge naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die Ik u verboden heb?’. De mens antwoordde: ‘De vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van de boom gegeven, en toen heb ik gegeten’. Daarop vroeg God de Heer aam de vrouw: ‘Hoe hebt ge dat kunnen doen?’. De vrouw zei: ‘De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten’. God de Heer zei toen tegen de slang: ‘Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Dit zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel’. De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.

(Ofwel:)


Eerste lezing Handelingen 1, 12-14

Nadat Jezus ten hemel was opgenomen keerden de apostelen van de Olijfberg naar Jeruzalem terug. Deze berg ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar zij verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Mattheüs, Jacobus, de zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. Zij bleven allen eensgezind volharden in het gebed samen met de vrouwen, met Maria de moeder van Jezus, en met zijn broeders.


Evangelielezing Johannes 19, 25-34

In die tijd stonden bij het kruis van Jezus: Zijn moeder en de zuster van Zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus de moeder zag en bij haar staande leerling die Hij lief had, zei Hij tot de moeder: ‘Vrouw, zie uw zoon’. Vervolgens zei Hij tot de leerling: ‘Zie uw moeder’. En van dat uur af nam de leerling haar bij zich op. Hierna, wetend dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift zou worden volbracht, zei Jezus: ‘Ik heb dorst’. Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze staken dus een spons vol zure wijn op een hysopstengel, en brachten die aan Zijn mond. Toen Jezus dan van de zure wijn genomen had, zei Hij: ‘Het is volbracht’, en nadat Hij het hoofd had gebogen, gaf Hij de geest. Aangezien het voorbereidingsdag was en opdat de lichamen niet aan het kruis bleven op sabbat – want het was een grote dag die sabbat – vroegen de joden aan Pilatus dat van hen de benen werden gebroken en zij zouden worden weggehaald. Daarop kwamen de soldaten en braken de benen van de eerste en van de andere die met Hem was gekruisigd. Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, braken zij Zijn benen niet; maar een van de doorstak Zijn zijde met een lans en onmiddellijk kwam er bloed en water uit.

Uitleg:

Het thema van deze maandag na Pinksteren is: ‘Zie daar uw moeder!’. Toen Jezus Christus, stervende op Zijn kruis, tegen Maria zei: ‘Zie daar uw zoon’, en tegen Johannes zei: ‘zie daar uw moeder, toen vertegenwoordigde Johannes de gehele, gelovige, mensheid. Want de geestelijke betekenis hiervan is dat toen Maria werd verheven tot de Moeder van de gehele mensheid. Jezus Christus, die God is in Zijn Geest – er is geen andere God mogelijk of zelfs maar denkbaar – gaf de moeder van Zijn lichaam aan alle mensen, die in Hem willen geloven. Kijk, wij hadden reeds een Vader in de hemel; God Zelf. Maar die is zo groot, dat vele mensen Hem niet kunnen liefhebben uit pure eerbied en angst voor Zijn Almacht. Daarom heeft God Zijn Moeder Maria aan ons mensen gegeven. Want immers, de moeder staat voor de liefde voor haar kind. Want dat kind is uit zijn aardse moeder geboren en zij heeft hem, toen hij voor alles van andere mensen afhankelijk was, hem verzorgt, hem meestal gevoed uit haar eigen lichaam en aan haar kind alle liefde gegeven. Waar hem staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Vandaar  dat de binding tussen moeder en kind, heel vaak, zo sterk is, dat deze binding het gehele aardse leven duurt, en misschien zelfs voor eeuwig. Bij Jezus Christus, die Mens is naar lichaam en ziel, maar God naar Zijn inwonende Geest, duurt de liefde tussen Moeder en Zoon tot in het oneindige. Daarom heeft Hij – niet om haar aardse verzorging –  want God kan iedereen altijd verzorgen – ons mensen haar als onze hemelse Moeder gegeven; speciaal voor die mensen, voor wie God gewoonweg te groot is. Want bij de moeder kan een kind altijd terecht; maar soms staat de aardse vader verder van zijn eigen kind af. Maar dat is niet het enige; God heeft Maria tot koningin gekroond in de hemel en haar daarmee geplaatst boven alle andere schepselen in de gehele oneindigheid. Daarom ook boven alle engelen, zelfs de eerst geschapen engelen, de aartsengelen. De Koning van de gehele oneindige Schepping is God Zelf, maar er was, voor de kroning van Maria, nog geen koningin. God heeft door Gods Wil – de heilige Geest – bij Maria Zijn Zoon verwekt. Mens naar lichaam en ziel, maar God in Zijn Geest vanaf het begin, die de volheid van God is; dus alle Drie de Personen van God. En, om u te helpen herinneren, Gods Personen zijn: De Vader – Gods Liefde, de ook Gods Leven is –  de Zoon – de Wijsheid van God – en de heilige Geest – de Wil van God. Wij mensen van deze Aarde hebben in weze dezelfde eigenschappen, die ook God heeft. Want alle schepselen hebben een zekere mate van liefde, omdat zij anders ook geen leven hebben. En ook wij hebben de liefde, dus het leven, ingeboren gekregen. Kleine kinderen laten dit heel duidelijk zien. De wijsheid bij de mensen is het heldere verstand. De wil is de zelfstandige vrijheid om te doen van wat wij mensen zelf willen; de vrije wil, die wij van God hebben gekregen en waarmee wij mensen, net als Lucifer/Satan ons ook tegen God kunnen keren. Het aardse leven is een proefleven, waarmee wijzelf kunnen kiezen of wij bij God willen horen, of liever bij Satan, of ergens er tussen in. Wie ernstig bij God wil horen, die zal de Leer en de Geboden van God moeten doen in zijn aardse leven; dan zal hij van God een leven in de hemel krijgen.  Wie liever Satan wil dienen, de zal zijn beloning vinden in de hel. Wie wel goed wil doen, maar teveel vast zit aan alles wat aards is, die zal in het Vagevuur te gelegenheid krijgen om op te stijgen naar de hemel, door zijn gedrag en daden aan Gods Leer en Geboden alsnog aan te passen, of dieper af te dalen naar de hel. Maar alles uit eigen vrije wil en uit de daden, voortvloeiend uit deze vrije wil. En dat zowel op Aarde als in het hiernamaals. Het grote verschil is dat het aardse leven – voor iedereen – een einde kent, maar het eeuwige leven kent geen einde meer. Toch is God oneindig Barmhartig. Dit is al te zien, terwijl wij nog op Aarde leven. Neem nu het eerste mensenpaar, die God geschapen heeft; Adam en Eva. Er was natuurlijk veel minder verleiding van de aardse zaken, dan tegenwoordig, want zij waren de enige mensen op de gehele planeet Aarde. Daarom gaf God hen, om hen op de proef te stellen, slechts één gebod; namelijk niet eten van de boom van inzicht in goed en kwaad. Maar zij deden dit toch! Het gevolg was dat zij ontdekten dat zij geen kleding droegen – want God had hen zonder kleding geschapen en het was hen niet eerder opgevallen dat zij geheel ontkleed waren; immers ook alle dieren lopen zonder kleding aan rond – en schaamde zich ervoor. Ik denk zelf dat hun schaamte meer te maken had met het zondigen, dan zonder kleding rondlopen, maar dat terzijde. Daarom wilde zij zich voor God verbergen, maar voor God kan niets en niemand zich verbergen; onmogelijk! Zij gaven van hun ongehoorzaamheid aan God Satan – in de gestalte van een slang – de schuld van hun zonde. God strafte de slang. En tot op heden is elke slang een reptiel zonder poten, die op zijn buik kruipt en bij ons mensen een zeer slechte reputatie heeft. Maar toen al beloofde God, wat nog moet gebeuren, dat de kop van de slang – Satan – zal worden verpletterd door de vrouw – Maria – waarna Satans invloed op Aarde zal zijn verdwenen. Want God kan duizenden aardse jaren – misschien zelfs miljoenen jaren – vooruit kijken en zien wat er zal gebeuren; zonder onze menselijke vrije wil in wat dan ook te belemmeren. Eva is de stammoeder van alle op Aarde levende mensen; Adam is natuurlijk de stamvader van alle mensen op Aarde. In de oertijd waren er ook gelovige mensen, door God samengebracht in de oer-Kerk. Daaruit zijn alle oude heidense geloven ontstaan. Door de eigenschappen, aan de ene levende en ware God als aparte goden voor te stellen. Daarmee bracht Satan, met behulp van allerlei priesters, de mensen in verwarring en tot heidense daden. De mensheid was zover afgegleden, dat zelfs het volk van God heidens begon te worden; wat de reden was dat God Zelf op Aarde kwam wonen in Jezus Christus. Na Zijn dood, Verrijzenis en Hemelvaart, keerden de apostelen, samen met Maria en anderen, terug naar de bovenzaal van het laatste avondmaal, om de komst van de heilige Geest af te wachten. De neerdaling van de heilige Geest vierden wij gisteren en ook vandaag. Om ons te verlossen had de Mens Jezus Christus Zichzelf opgeofferd, door Zich te laten kruisigen, door heidenen en heidens geworden priesters van de toenmalige joodse Kerk in Jeruzalem. Dit was noodzakelijk om de macht van Satan over ons mensen voorgoed te breken. Niet dat Satan geheel machteloos is, maar de invloed van Satan is na de dood van Jezus Christus op Zijn kruis, aanzienlijk verminderd. Pas na de wederkomst van Jezus Christus – nu binnen enkele jaren – is de rol van Satan over ons mensen nagenoeg verdwenen; want dan is Satan gevangen genomen in onze Aarde en krijgt nog één kans om zich te verbeten op Aarde; over ongeveer 1.000 jaar. De dood van onze Heer en God staat in het evangelie van vandaag. Lees dit en doe er uw voordeel mee! Want alleen de mensen die in God geloven en Zijn Leer en Geboden doen, die komen na dit leven op Aarde direct in de hemel. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering